De heer de Kor ver wil niet afdingen op hetgeen het Bestuur deed, maar meent, dat de statuten feitelijk behartiging van ambtenaarsbelangen verbieden en dus het Bestuur op grond dier statuten een voorstel bijv. tot traktementsverbetering zou kunnen afwijzen. De Voorzitter licht nog eens de zienswijze van het Bestuur toe. In antwoord aan den heer de Kor ver merkt hij op, dat in zoo'n geval het Bestuur kan en zal heengaan, zoodat de leden dan een nieuw Bestuur kunnen kiezen. De heer Hoffmann haalde een voorbeeld uit de vergadering van den «Rechtstoestand» aan; maar wanneer ooit van behartiging van belangen in onze Vereeniging sprake kan zijn, dan toch nooit op die manier. De heer van Riessen komt op tegen de bewering, dat geen argumenten voor statutenwijziging zijn aangevoerd, en verwijst naar den brief, voorkomend op pag. 230 van het tijdschrift, jaargang 1907. Buiten de belangenbehartiging maken de daar aangevoerde argumenten statutenwijziging zijns inziens noodig. Hij wijst nog op het toelaten tot lid van twee bestuursleden der vereeniging van teekenaars van het kadaster, wat niet overal instemming vond. De heer van der Veur vreest, dat de geheele aandrang uit gaat van de jongere leden. Hij licht zijne verhouding tot de Vereeniging toe. In den aanvang van ons vereenigingsleven was ook hij niet voor die hooge wetenschap en werd dus geen lid.v Toen hem echter bleek, dat er kentering kwam en men de wetenschappelijke grens niet zóó scherp stelde, dat waar noodig men ook wilde opkomen voor de belangen der leden, veranderde hij zijne houding. Thans heeft men het punt bereikt, dat aan die belangen een groot deel der werkkracht besteed wordt. Hij ontraadt ten sterkste overgang tot eene zuivere vak vereeniging; in den Haag heeft hij treurige resultaten van de bemoeiingen van die vereenigingen gezien. Hij is vóór het behouden van onze korte en duidelijke statuten. De wijze, waarop men de naleving dier statuten door de Ver eeniging wil zien opgevat, pointeere men in een huishoudelijk reglement. De heer van Riessen meent, dat de vergadering te Utrecht groot nadeel heeft gedaan aan het prestige der Vereeniging. Hij 201

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 207