op te dragen aan eene door de vergadering te benoemen commissie. De heer Boer: De ambtenaarsbelangen gaan bijna altijd parallel met de belangen van het kadaster; zij mogen alleen worden behartigd, als zij daarmede niet in strijd komen. Hij stelt dus voor, ze in dat huishoudelijk reglement op te nemen doch in verband met de statuten. De Voorzitter vermoedt, dat zoowel het Bestuur als elk der leden hiermede instemt. Na eenige discussie wenscht hij over te gaan tot benoeming der commissie. De heer Alving meent te moeten opmerken, ook na hetgeen hij in zijne omgeving verneemt, dat eerst stemming over de opneming dier belangenbehartiging in het huishoudelijk reglement moet plaats hebben. Bij zitten en opstaan wordt daartoe besloten. Tot leden der bedoelde commissie worden daarna, op voorstel van het Bestuur benoemd de heeren: H. P. de Haan, C. H. B. de Korver enj. W. ten Braak, die verklaren die benoeming aan te nemen. De Voorzitter brengt hulde aan de vergadering voor de wijze, waarop deze gewichtige zaken zijn behandeld. Hij spreekt de hoop uit, dat de genomen besluiten zullen dienen tot bloei van de vereeniging, het kadaster en zijne ambtenaren. De heer Wagemaker acht zich de tolk der vergadering, als hij het Bestuur dank betuigt voor hetgeen in het afgeloopen jaar werd verricht, inzonderheid voor de te waardeeren groote acti viteit in zake de traktementsregeling; uit het jaarverslag blijkt o. a., dat reeds den i8den September j.l., dus enkele dagen na het bekend worden der begrooting, de voorgelezen circulaire aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd toe gezonden. In het bizonder brengt hij den Voorzitter dank voor de leiding der vergadering. De Voorzitter zegt den heer Wagemaker, ook namens zijne medebestuursleden dank voor de waardeerende woorden en sluit de vergadering. De Secretaris, E. Weijgers Amsterdam, October 1908. 203

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 209