Duidelijker zeggen kan ik het niet, en ik moet dan ook her halen, dat er bij aanneming van de voorstellen van den heer Boer niet zou worden gewonnen. Winschoten, November 1908. H. Burger. Gaarne wil ik gebruik maken van de mij door den geachten schrijver aangeboden gelegenheid om aan het bovenstaande nog een wederwoord toe te voegen. Het komt mij voor, dat de argumenten van den heer Burger langs de mijne heengaan, omdat wij van verschillende gezichts punten redeneeren. Ons lichamelijk oog heeft het ver gebracht in de bepaling der verhoudingen tusschen stoffelijke zaken, het laat zich door den perspectivischen schijn niet misleiden. Ons geestelijk oog tracht hetzelfde te doen met geestelijke zaken, doch dit blijkt veel moeilijker te zijn. Vandaar, dat de verhoudingen zoo verschillend schijnen, als men dezelfde zaken van verschillende standpunten beziet. Gezien van het standpunt van den heer Burger blijkt de geldelijke aansprakelijkheid van den bewaarder zoozeer op den voorgrond te staan, dat het overige er door wordt beheerscht. Zelfs de mogelijkheid om verandering te brengen in die aan sprakelijkheid, zoodat een geheel ander perspectief zou worden verkregen, schijnt bij hem niet op te komen. Van mijn standpunt gezien staat het algemeen belang op den voorgrond. Daarom wensch ik eene zoodanige inrichting der boekhouding in het casu van het register 69a «dat er eene «afdoende controle op de boekingen wordt ingesteld, dat het publiek «met spoed kan worden geholpen, dat aan het publiek juiste in «plaats van geheel onvoldoende gegevens worden verstrekt», en tevens, dat de behoorlijke bijhouding van het kadaster niet behoeft belemmerd te worden door een verbod van vereeniging van per- ceelen of perceelsgedeelten. De geldelijke aansprakelijkheid van den bewaarder blijft bij dat standpunt zoo ver op den achtergrond, wordt door het algemeen belang zoozeer overheerscht, dat ik in mijn eersten termijn er zelfs niet van gerept, in mijn tweeden termijn haar terzijde heb gelaten als «houdende met het onderwerp niet of slechts zijdelings verband». Deze houding scheen mij aangewezen door het feit dat vrijwel iedereen immers ook de 20Ö

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 212