STAATSBF.GRGOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1909.
TWEEDE KAMER.
Hoofdstuk VIIB. (Financiën).
Memorie van Antwoord.
Algemeene Beschouwingen.
3. Vernieuwing der inschrijvingen van hypotheken.
Aan de Staatscommissie tot herziening van de wetgeving op de regi
stratiebelasting, enz. is o.a. ter overweging gesteld de vraag:
„Welke veranderingen behooren te worden gebracht in de wettelijke
en administratieve bepalingen betreffende de vestiging van rechten van
hypotheek en scheepsverband, de hypothecaire en kadastrale boek
houding
Bij de behandeling van dit deel harer taak zullen niet buiten behandeling
kunnen blijven de vragen:
Moet de inschrijving de hypotheek doen stand houden zonder ver
nieuwing, of moet onder zekere omstandigheden geheele of gedeeltelijke
vernieuwing plaats hebben?
Het komt den onderteekende mitsdien wenschelijk voor, om, hoewel hij
zelf veel voor eene vernieuwing der inschrijvingen gevoelt, in afwachting
van hetgeen genoemde commissie dienaangaande zal uitspreken, de
behandeling van dat onderwerp -waarbij ook het Departement van
Justitie betrokken is aan te houden.
6. Herziening grondbelasting.
De wensch is uitgesproken, dat de maatstaf der belastbare opbrengst
voor de heffing van grondbelasting wegens ongebouwde eigendommen
worde vervangen door dien van de verkoop- of kapitaalwaarde van den
grond, zulks opdat de zoogenaamde conjunctuurwinst zou getroffen worden,
zooals in Duitschland door de „Zuwachssteuer" geschiedt.
Het komt den ondergeteekende voor, dat dit doel het treffen der
zoogenaamde conjunctuurwinst door de aanbevolen regeling der grond
belasting zal worden voorbijgestreefd, in zoover dat die winst niet altijd
bij den juisten persoon zal worden getroffen. Bij de invoering toch van
de nieuw geregelde grondbelasting zal bijv. iemand, die een weiland gekocht
heeft toen het reeds voor bebouwing geschikt was, en die dus de waarde