232 vrij voldoende is geregeldmaar de klerken 3de klasse hebben bijna geen kans om klerk 2de klasse te worden. Dit zit vooreerst hierin, dat het getal klerken iste en 2de klasse is vast gesteld op 317. Wanneer men nu nagaat, dat er 150 particuliere klerken zijn, die op den duur tot vaste klerken zullen worden bevorderd en er op het oogenblik reeds 450 Rijksklerken zijn dat wordt dus op den duur 600 en men weet dan, dat 317, dus de helft, het vastgestelde cijfer is dat omvat de klerken iste en 2de klasse, dan gevoelt men, dat ongeveer de helft van de klerken zal moeten wachten tot er door dood of andere omstandigheden vacatures zullen komen, zoodat voor de klerken 3de klasse op bevordering tot 2de klasse niet veel kans bestaat. Nu wil ik erkennen, dat deze zaak niet gemakkelijk is. De Minister zal waarschijnlijk zeggen: ik kan slechts een bepaald aantal klerken isteen 2de klasse gebruiken en niet meer; ik moet op de belangen van den dienst letten; de vraag in hoever er geschikte arbeid voor de menschen is, moet den doorslag geven. Daarvoor heb ik alle oog; maar anderzijds mag men het oog niet hier voor sluiten, dat het wenschelijk is, dat de ambtenaren op den duur kans hebben op verhooging. Wanneer het niet anders kan, wanneer de ldasseverdeeling in den weg staat aan geleidelijke periodieke verhooging van traktement en verbetering van positie, dan zal het de vraag zijn, of het op den duur niet beter zou zijn de geheele klasseverdeeling te laten vervallen en eenvoudig de menschen periodiek in traktement te laten vooruitgaan, Deze drie aanmerkingen meende ik ten aanzien van het Koninklijk besluit van 16 Juli in het midden te moeten brengen. De heer van Dedem: Mijnheer de Voorzitter! Ik meen, dat de heer Troelstra zich vergist ten aanzien van hetgeen de Minister de Meester het vorig jaar beloofd heeft. De Minister de Meester heeft niet gezegd, dat hij de traktementen der Rijksklerken bij de directe belastingen zou gelijkstellen met die der Rijks klerken bij de registratie, want dan zouden zij zijn verlaagd, maar wel, dat hij reeds had voldaan aan het verzoek van den heer Treub, nu twee jaren geleden gedaan, om zooveel mogelijk eenvormigheid te brengen in de traktementen der Rijksklerken, en dat daarvoor geld op de begrooting was gebracht. Bij Koninklijk besluit van n Maart j.l. zijn de traktementen der Rijks klerken van de registratie aanmerkelijk verhoogd, en te recht, omdat deze achterstonden bij die van de Rijksklerken der directe belastingen; maar in plaats van ze gelijk te maken zijn ze nu aanmerkelijk hooger geworden. Dit maakt natuurlijk, dat de Rijksklerken van de directe belastingen over

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 238