235
De beraadslaging wordt gesloten en onderart. 24 zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De onderartt. 25 tot en met 61 worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter: Door de Regeering is, na het uitbrengen van het
verslag een wijziging in het wetsontwerp gebracht, daartoe strekkende, om
tusschen de onderartt. 93 en 94 in te voegen een onderart. 93te, luidende:
„Voorschot aan het fonds voor de uitvoering van de Tiendwet 1907
Staatsblad n°. 222), f 53 000."
Mag ik de Commissie van Rapporteurs verzoeken daaromtrent haar
oordeel mede te deelen?
De heer van Karnebeek, voorzitter van de Commissie van Rapporteurs:
Mijnheer de Voorzitter! De Commissie van Rapporteurs meent te moeten
doen opmerken, dat de wijziging, die in de begrooting wordt gebracht, wel
eenigszins onregelmatig is. Zij brengt een nieuwen post op de begrooting,
welke post zal moeten dienen om daaruit te kunnen betalen hetgeen
noodig zal blijken te zijn als gevolg van een wetsontwerp, dat nog niet
bij de Kamer is ingediend. De Commissie van Rapporteurs is evenwel
van oordeel, dat dit formeele bezwaar in dit geval niet in den weg behoeft
te staan aan het goedkeuren der wijziging.
De heer Kolkman, Minister van Financiën: Mijnheer de Voorzitter!
De begrooting van het Tiendfonds zal zoo spoedig mogelijk, binnen een
of twee dagen, deze Kamer bereiken.
Ik wensch echter tot geruststelling van den geachten afgevaardigde er
bij te voegen, dat uit de bij die begrooting te voegen berekening zal
blijken, dat de som van 53 000, die hier wordt aangevraagd, volkomen
gemotiveerd is. Ik ben overtuigd, dat de geachte afgevaardigde na kennis
neming der stukken de eerste zal zijn om dit te erkennen.
De beraadslaging wordt gesloten en onderart. 93^w zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
IVde Hoofdstuk. (Justitie).
Voorloopig Verslag.
Regeling van den rechtstoestand der ambtenaren.
Gevraagd werd, wat van dezen Minister is te wachten met betrekking
tot de reeds zoo herhaaldelijk verzochte regeling van den rechtstoestand
der ambtenaren.