237
splitsing van uitgestrekte landgoederen te voorkomen. Sommige leden
meenden, dat het gewenscht is ter bestudeering van deze moeilijke quaestie
eene Staaatscommissie te benoemen. Misschien zou de Regeering zich
om daartoe te komen in betrekking kunnen stellen met den bond tot
behoud van natuurmonumenten.
Voorts werd door eenige leden betoogd, dat de verhouding tusschen
werkgever en werknemer minder gunstig is in de streken, waar weinig
klein grondbezit bestaat. Ten einde het kleine grondbezit in de hand te
werken, werd aanbevolen, dat wettelijke bepalingeu zouden worden vast
gesteld in den trant van die, welke in Groot-Britannlë ten aanzien van
Engeland en Ierland werden uitgevaardigd. Naar de meening dezer leden
bekommerde de Regeering zich te weinig om de sociaal-economische
aangelegenheden in de landbouwbedrijven. Andere leden meenden, dat
het verslag der Staatscommissie van 20 Juni 1906 moet worden afgewacht,
voordat ingrijpende maatregelen ter bevordering van het klein grondbezit,
waarvan zij voorstanders waren, kunnen worden genomen.
Staatsboschbeheer.
Door eenige leden werd gevraagd, of de Minister eene opgave zou
kunnen verstrekken van de opbrengst van het beheer der Staatsbosschen,
als landbouwbedrijf beschouwd. Aangedrongen werd op invoering van
commercieele boekhouding voor dit bedrijf.
Bebossching.
Art. 44. De aandacht des Ministers werd gevestigd op de vele woeste
gronden in de provincie Groningen en in het waterschap Westerwolde,
die voor bebossching bijzonder geschikt zijn.
Bevloeiï?igen.
Art. 45. Door eenige leden werd verlangd, dat van Regeeringswege
meer zou worden gedaan ter bevordering van bevloeiïngen. Men wenschte,
dat een systematisch onderzoek zou worden ingesteld naar de mogelijkheid
van het ontleenen van water voor bevloeiïngen aan de rivieren en andere
wateren.
Ook werd, ten einde krachtige toepassing der wet op de bevloeiïngen
te bevorderen, aangedrongen op aanstelling van opzichters, die in staat
zijn projecten en kostenberekeningen voor bevloeiïngen te maken.
Ontginning nan woeste gronden.
Art. 46. Waar de Regeering blijkens dit artikel de pogingen tot ont
ginning van woeste gronden krachtig wenscht te steunen, vroegen sommige
