2^2
premie en de bepaling dat de tiendrente, bedoeld in art. 84, 2dc en 3de
lid, dadelijk en die van art. 12 eerste na eenige jaren ingaat.
Dat de afkoop bij het Koninklijk besluit van 28 November 1907
Staatsblad N°. 307) op verkeerde en noodeloos omslachtige wijze is
geregeld, kan niet worden toegegeven. Integendeel vermeent de Regeering
hem op zoo practisch en eenvoudig mogelijke wijze te hebben geregeld.
Ingevolge artt. 83 en 84 der Tiendwet 1907 Staatsblad N°. 222) wordt
de premie toegekend en de afkoopprijs van Rijkswege voldaan ingeval
vrijwillige opheffing van tiendplichtigheid tot stand is gekomen vóór
1 Januari 1909 en de heffer op de wijze, bij algemeenen maatregel van
bestuur te bepalen, doet blijken, dat die prijs te goeder trouw overeen
gekomen en niet overmatig is. Wat- onder dit tot stand komen wordt
verstaan, is te vinden in art. 6 der wet van 12 April 1872 Staatsblad
N°. 25) luidende:
„De grond des afkoopers wordt van de schuldplichtigheid ontheven
door de overschrijving van den titel van afkoop in de registers van den
bewaarder der hypotheken in het arrondissement, waarin de grond is gelegen".
Deze overschrijving moet mitsdien aan het betalen der premie en de
voldoening van Rijkswege der afkoopprijzen voorafgaan. Overigens is het
niet gebleken, dat deze regeling in de praktijk tot moeilijkheden heeft
aanleiding gegeven.
De tiendcommissiën zullen spoedig worden benoemd. De leden aan
vaarden hunne taak, welke niet bestaat in het geven van inlichtingen of
het bevorderen van onderhandelingen betreffende den vrij willigen afkoop,
eerst met 1 Januari a.s. (vlg. artt. 86 juncto 19 en 20 der wet).
De ondergeteekende kan geen voorstel doen om den in art. 83 genoemden
termijn tot 1 April 1909 te verlengen. Immers dit zou niet te rijmen
zijn met art. 1 juncto 86 der wet, waarbij met ingang van 1 Januari a.s.
alle tiendplichtigheid vervallen is verklaard. Uitbreiding van de gelegenheid,
om vrijwillig af te koopen, ware niet mogelijk zonder het in werking
treden der wet uit te stellen.
Iste Hoofdstuk.
Memorie van antwoord. (Bijlage A).
STAAT van de ingestelde en nog niet ontbonden Staats-
commissiën met opgave van de Koninklijke besluiten, waarbij die
commissiën werden in het leven geroepen, en voor zoover hier
omtrent inlichtingen verschaft kunnen worden, van den stand der
aan bedoelde commissiën opgedragen werkzaamheden.
Staatscommissie, welke tot opdracht heeft rapport uit te brengen over
eene herziening van de wetgeving op de registratiebelasting en de hypo-