KOLONIAAL VERSLAG 1908.
I. NEDERLANDSCH (OOST-)INDIË.
Hoofdstuk D.
3. Topographische dienst.
De in het belang van de centralisatie der opnemings- en kaarteerings-
werkzaamheden bij K. B. 26 Februari 1907 N°. 25 (Ind. St. N°. 242)
vastgestelde wijziging in de organisatie van den topograpischen dienst is
op 1 Juni d. a. v. in werking getreden (Ind. St. 1907 N°. 260). Bij die
gelegenheid is voor dezen dienst eene zelfstandige (IXde) afdeeling bij het
departement van oorlog opgericht, werden de tijdelijk boven de formatie
van het leger gevoerde twee landrente-opnemingsbrigades (Gouv. Bt.
2 November 1905 N°. 30; zie K. V. 1906, kol. 93) in de formatie op
genomen en werd het in K. V. 1907, kol. 103/4, vermelde tijdelijk te
werk gestelde personeel definitief aangesteld.
Bij Gouv. Bt. 7 Februari 1907 N°. 24 (Ind. St. N°. 101) zijn de bij
zondere inkomsten van het personeel van den topographischen dienst op
nieuw geregeld.
Aangezien de werkzaamheden van de triangulatie-brigade in Zuid-Sumatra
ten einde liepen en de politieke toestand in de residentie Djambi nog
niet toeliet haar in haar geheel aldaar werkzaam te stellen, is bij Gouv.
Bt. 15 Maart 1907 N°. 18 machtiging verleend om de driehoeksmeting
van Sumatra geleidelijk voort te zetten in de residentiën Padangsche
Bovenlanden en Tapanoeli en uit te breiden over de Oostkust van Sumatra
en de afdeeling Indragiri van de residentie Riouw en onderhoorigheden.
In verband hiermede is het hoofdkwartier der brigade den 2Östen Sep
tember 1907 verplaatst van Benkoelen naar Medan. Een detachement
bleef ter voltooiing van de nog onderhanden zijnde werkzaamheden te
Benkoelen achter.
In verband met de gesloten nieuwe politieke contracten met de inlandsche
vorsten ter Oostkust van Sumatra, zullen de grenzen der zelfbesturende
landschappen in dat gewest, na voorafgegane opneming en kaarteering,
geregeld worden door den topographischen dienst, die daartoe voor het
jaar 1908 met eenig personeel is uitgebreid (Gouv. Bt. 25 Oct. 1907 N°. 7).
Omtrent hetgeen in 1907 door den topographischen dienst is verricht
met betrekking tot de triangulatie en de topographische opneming van
Midden-Java en Sumatra, de herziening van de topograpische kaart van
de residentie Preanger-Regentschappen, de topographische opneming van
Atjèh en onderhoorigheden en de landrentemetingen in Midden-Java, de
Preanger-Regentschappen en de afdeeling Krawang van de residentie
Batavia zij verwezen naar haar „Jaarverslag van den topographischen dienst
in Nederlandsch-Indië" over dat jaar.