257 Aan de technische zijde van het kadastrale vraagstuk, de quaestie der specialiteit, wordt slechts in zeer beperkte mate aandacht geschonken. Dit leert ons reeds de inleiding, waar we omtrent het streven de boekhouding op den grondeigendom tot volma king te brengen, kunnen lezen (pag. i en 2): „In hooge mate is op het te bereiken resultaat van invloed de in- „kaartbrenging van den bodem; gegeven de mate, waarin de grondeigen dom in sterk bewoonde streken is verdeeld, kunnen de aktes, wijziging „in den grondeigendom inhoudende, verwijzing naar kaarten niet ontberen, „en is dus de meerdere of mindere betrouwbaarheid dier kaarten van „grooten invloed op de betrouwbaarheid van de registers betreffende den „eigendom. „Dat alles, wat de samenstelling en de inrichting dier kaarten betreft, „buiten het onderwerp van dit proefschrift is gelegen, behoeft nauwelijks „gezegd; alleen bij de bespreking van den invloed eener positieve bewijs- „kracht der registers op de grensgeschillen, zal even bij de landkaarten „worden stilgestaan." Na een korte, historische uiteenzetting van het beginsel der openbaarheid van den grondeigendom, van den strijd tusschen Germaansche en Romeinsche rechtsbeginselen wordt (in het tweede hoofdstuk) besproken, hoe in de huidige samenleving die openbaarheid van overheidswege tot uiting wordt gebracht door middel van registers, die den rechtstoestand der gronderven vermelden, welke titels van eigendomsovergang aan overschrijving worden onderworpen en de medewerking, die daarbij wordt ver leend door belanghebbenden en door staatsambtenaren. Het zou ons te ver voeren, den schrijver in deze beschouwingen op den voet te volgen; een aanhaling moge doen zien, tot welke conclusiën ze hem hebben geleid (pag. 51). „Men ziet, bij het getheoretiseer over „positief" of „negatief" zoo vaak „over het hoofd, dat ook onder ons stelsel de registers in werkelijkheid „positieve kracht hebben. Al geeft de wet geen waarborg voor het recht „van den ingeschrevene hij, die een recht op het goed wenscht te „verkrijgen, zal zich veelal suo periculo op de grondregisters verlaten, „en zich van een onderzoek naar de geldigheid van den titel ontheven achten, „wanneer de registers den vervreemder als gerechtigde aanwijzen. Hoe „minder billijk het is, dat de Staat aldus onwillekeurig een waarborg „schijnt te schenken, dien hij in werkelijkheid niet geven kan, des te „rechtvaardiger is het, dat hij nauwlettend toezie op de keuze der amb- Op eigen risico.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 263