8°. Stemrecht. Het stemrecht wordt uitgeoefend door afgevaar digden van groepen van 10 leden. Alle leden bekomen daartoe een stembewijs, dat zij kunnen overdragen aan een ander. Zoodra iemand 10 dezer stembewijzen bijeen heeft, kan hij als afgevaardigde optreden. De overige bepalingen zullen weldra aan alle ambtenaren worden medegedeeld, zoodat wij ons onthouden ze hier mede te deelen. De beide ontwerpen werden ten slotte op de hoofdpunten on gewijzigd goedgekeurd, terwijl aan het bestuur werd opgedragen op de Statuten de Koninklijke goedkeuring aan te vragen. Alle ter vergadering aanwezige leden traden reeds aanstonds tot de vereeniging toe. Zooals reeds in het vorig N°. is medegedeeld, werden alle leden van het Voorloopig Comité benoemd tot bestuursleden. Door dat bestuur zullen 3 organisaties worden aangewezen, die ieder een lid benoemen tot het nazien der rekening over 1909. De voorzitter zegt na afdoening der werkzaamheden: «Nu we zoover met onze werkzaamhen zijn gevorderd, wensch «ik de Rijksambtenaren in Nederland geluk met de oprichting «dezer vereeniging. «Ik hoop, dat ze aan velen ten goede moge komen! «Nu echter is het woord aan de ambtenaren zelf! «Dat zij toetreden als lid! «Dat zij anderen opwekken om lid te worden, om zich als «donateur op te geven, om giften te schenken! «Toont nu solidariteit. In deze zaak zal solidariteit tot een «goed einde voeren Spr. brengt een hartelijk woord van dank aan zijn mede- comitéleden voor hunne medewerking en hunne welwillendheid in het bijzonder aan secretaris en penningmeester aan de organisaties die geldelijken steun verleenden voor de oprichtings kosten en aan den belangstellenden ambtenaar, die voor hetzelfde doel een belangrijke bijdrage zond. Spr. deelt nog mede, dat reeds spoedig zal worden overgegaan tot aanstelling van correspondenten in verschillende plaatsen van het land, aan wie brochures met statuten enz. zullen worden ge zonden om de propaganda te beginnen. 264

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 270