37 krijgen, staat het bij mij vast, dat nieuwe pogingen in die richting thans ook schipbreuk zouden lijden, alhoewel ik aan eene derge lijke wijze van opleiding mijne volle sympathie zou schenken. Hierop doelde ik, toen ik sprak van 't voorgevallene, zonder in het minst de bedoeling gehad te hebben de mislukking dier pogingen aan bepaalde personen toe te schrijven. Op bladz. 11 vraagt de heer H. «Is mijn ambtgenoot van meening dat de inleiding van het «onderwerp «De opleiding tot landmeter van het Kadasteren het «daarop gevolgd debat als eene aanbeveling mogen worden be- «schouwd voor de invoering van een kadaster met bewijskracht «hier te lande? Ik stel de wedervraag, kan het gesprokene aldaar opgevat worden als een pleidooi er tegen? Afgescheiden van het al of niet invoeren van een kadaster met bewijskracht, heeft het Bestuur de overtuiging en de verga dering heeft daarmede hare instemming betuigd, dat eene betere opleiding tot landmeter vereischt wordt, zonder echter voorbij te zien, dat er wel degelijk tal van landmeters in Nederland zijn, die evengoed als hunne Duitsche collega's berekend zijn voor de uitvoering van elke taak die hun nu of later op landmeetkundig gebied wacht. Deze landmeters hebben geene achtjarige leer school noodig gehad om zich te vormen, maar hadden waarschijnlijk het voorrecht een goeden grondslag voor hunne landmeetkundige studie te kunnen leggen en hebben daarop voortgebouwd. Ik wensch dus niet af te dingen op de mate der theoretische kennis van de landmeters en corps, zooals de heer H. doet (zie bladz. 23), maar een feit is het, dat het systeem der tegenwoordige opleiding tot landmeter af te keuren is, omdat ten eerste, de adspirant-landmeters de noodige voorbereiding, om den cursus aan de Technische Hoogeschool met vrucht te volgen, door eigen studie moeten verkrijgen, hetgeen bij meerderen wel eens te wenschen zal overlaten, ten tweede, het volgen van dien cursus nog steeds facultatief is en ten derde, de praktische opleiding dier ambtenaren mank gaat aan eenvormigheid en hun dikwijls de gelegenheid ontbreekt om zich voor het landmetersexamen in alle deelen van den dienst naar behooren te bekwamen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 37