55 Over Rijkswerken tot rivierverlegging, b.v. afsnijding van bochten, handelt dit ontwerp niet. Maken zulke werken voorzieningen omtrent particuliere belangen noodig, dan dienen deze in elk bijzonder geval te worden getroffen." Het kan zeker niet gezegd worden dat de belangen van den Staat, bij deze overweging, te zwaar hebben gewogen. Al is het geen regel, toch komt het veelvuldig voor dat het oeverland sterk geparcelleerd en over veel eigenaren verdeeld is. Verdeeling in tal van eigendomsstrookjes elke van minder dan 3 meter breed, is lang niet zeldzaam. Wijl nu ook in dergelijke gevallen aan de vordering van eiken eigenaar tot het verleenen van uitweg moet worden voldaan, kan het gebeuren dat door al de uitwegen de waarde der Rijkseigendommen sterk wordt ver minderd, zelfs tot niets wordt teruggebracht. Zeer zwaar zal deze last drukken op aanwassen of aanplempingen die, door hunne ligging langs de groote rivieren bij handelsplaatsen, als handels- of industrieterrein groote waarde zouden kunnen hebben doch dan door al die servituten eenvoudig braak moeten blijven liggen. Een beroep op de praktijk onder de bestaande wetgeving, die zou leeren dat voor die kleine oeverlandeigendommen slechts bij hooge uitzondering uitweg wordt gevraagd, zou hier niet veel gewicht in de schaal leggen, omdat het verleenen van uitweg thans meer is een welwillende tegemoetkoming van de zijde van den Staat dan een recht van de oeverlandeigenaren. Wordt dit hun als recht toegekend, dan zal zeer zeker steeds van die bevoegd heid gebruik worden gemaakt, ook door eigenaren die vroeger van de omstandigheid (soms een voorrecht) dat hun eigendom aan een openbaar water gelegen was, nimmer hebben geprofiteerd, zelfs ten behoeve van terreinen waarvan 't verkeer met de rivier uiteraard zoo goed als onmogelijk was en van eigendommen die door de aanwassen volstrekt niet van de rivier worden afgesloten. Strekt het werk zich over eerjige lengte langs den oever uit bijv. zooals in de tweede figuur, dan kan het allicht gebeuren, dat een eigendom van de rivier wordt afgesloten door het werk zelf. Voor deze eigendommen bestaat naar 't schijnt, de vordering in zake den uitweg niet, 't is althans moeilijk aan te nemen dat onder «andere verlandingen» van dit artikel ook bedoeld werk zou begrepen zijn. Mogelijk echter zouden de eigenaren van gronden die in de aangeduide omstandigheid geraken, een vordering tot schadeloosstelling kunnen doen gelden naar art. 13.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 55