67
aangegeven of en in hoever het inderdaad afkomstig is van de
perceelen in het borderel vermeld. In verband met verwikkelingen
tengevolge van grensregelingen of zoogenaamde redresmetingen
of van het verdwijnen van tusschentijdsche indeelingen, behoort
dit werk aan den landmeter te worden opgedragen. Zal dergelijke
opdracht gemakkelijk, zonder omhaal en tijdverlies worden uitge
voerd, dan behoort de landmeter bij elk perceel in het register
691 te kunnen zien:
i°. of zich een geval van verschillende bezwaardheid voordoet;
20. welke de oude in het borderel genoemde perceelen zijn.
Dit wordt op de reeds aangegeven eenvoudige wijze bereikt,
door in die gevallen achter de aanteekening der inschrijving in
het register 6ga het nommer of de nommers van het borderel te
vermelden, zoodat de landmeter onmiddellijk de hulpkaarten kan
vinden, waarop de bezwaarde perceelen zijn gevormd.
Ten einde den hypotheekbewaarder in staat te stellen die ver
melding in het register 69* te doen, wordt den landmeter opgedragen
ze op te nemen in den metingstaat. (N°. 75) Eene wijziging of
vermeerdering van het reeds groot aantal kolommen in dien staat
is daartoe niet noodzakelijk. Voor de bedoelde vermelding kunnen
in den regel de kolommen 29 en 30 dienen (zieblz. 62) die thans
hoogst zelden worden ingevuld. Bij uitzondering, of als het aantal
inschrijvingen zoo groot is dat de ruimte in die kolommen niet
voldoende is, kunnen ook de volgende kolommen voor dit doel
worden gebruikt. Zoo noodig wordt het lijstje der oude nommers,
kol. 27, een regel lager begonnen, om den regel voor de gegevens
betrekkelijk de balastbare opbrengst open te laten. Is de ver
wijzing tusschen oude en nieuwe nommers van samengestelden
aard, dan kan aanteekening der inschrijvingen bovendien geschieden
bij den ouden stand links naast het lijstje der nieuwe nommers.
Het zal dan aanbeveling verdienen die aanteekeningen in rooden
inkt te stellen.
Langs lijnen van geleidelijkheid komen we van zelf nog een
stap verder.
Bij de opmaking der metingstukken heeft de landmeter den ouden
stand met de aanteekeningen der inschrijvingen, de hulpkaarten
en den metingstaat opengeslagen vóór zich; de dubbele boeking
der verwijzing tusschen de perceelsgedeelten oud en nieuw heeft
hij verricht, de oude- en de nieuwe toestand staan hem op dat