75 Op welke wijze de waarden G en M bepaald worden kan men met een voorbeeld duidelijk maken. In een bus zijn 8 ballen, genummerd van i tot en met 8; men vraagt naar de W, om er 2 ballen uit te nemen, zóó dat deze met de cijfers i, 2 of 3 gemerkt zijn. Het aantal mogelijke wijzen, waarop men 2 ballen uit de bus kan trekken, is het aantal van alle verschillende groepen van 2 cijfers, die men van die 8 nummers kan maken, en dat is, zooals men weet, het aantal combinatiën 2 aan 2 van 8 elementen, of M Cl 28. Het aantal wijzen, waarop men 2 ballen met de cijfers 1,2 of 3 kan trekken, is het aantal van alle verschillende groepen van 2 cijfers, die men van die 3 nummers kan maken, en dit is nu het aantal combinatiën 2 aan 2 van 3 elementen, of G C\ Z 2 3- waaruit W=^~ M 28 De tweede theorie behandelt het samenwerken van twee of meer verschijnselen. Deze kunnen onafhankelijk of afhankelijk van elkan der zijn. Wanneer eenige gebeurtenissen tegelijkertijd of na elkaar plaats grijpen, dan noemt men dit een samengesteld verschijnsel, en de kans dat dit plaats vindt, eene samengestelde waarschijnlijkheid. Bij het samenwerken van twee onderling onafhankelijke ge beurtenissen is de samengestelde waarschijnlijkheid gelijk aan het product der enkelvoudige waarschijnlijkheden. Bijv.: In een bus A zijn 3 witte en 5 zwarte ballen; in een andere bus B zijn er 2 witte en 4 zwarte. Men neemt er eerst een uit A, en dan een uit B. Hoe groot is de waarschijnlijkheid dat ze beide wit zullen zijn? A. bevat 8, B, 6 ballen. Elke bal uit A kan getrokken worden met een uit B, zoodat op 8 X 6 wijzen uit de bussen een bal kan genomen worden. Het aantal witte ballen is resp. 3 en 2, zoodat het aantal gunstige gevallen voor het trekken van 2 witte ballen gelijk is aan 3 X 2> dat is het aantal wijzen, waarop het samentreffen kan plaats hebben. De kans nu, dat er 2 witte ballen getrokken zullen worden, is dus öXr 1 2 1.2 X' 2 2 2 o X O o 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1908 | | pagina 75