VAKVEREENIGING EN VAN AMBTENAREN.
In de tusschen de Regeering en de Tweede Kamer der Staten -
Generaal, bij de Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1908 gewisselde v
stukken, komen de navolgende beschouwingen voor.
Met het oog op de plannen tot wijziging der Statuten van de
Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde is die gedachten-
wisseling voor hare leden van actueel belang.
De beraadslagingen, in de Tweede Kamer over de bedoelde
onderwerpen gevoerd, zijn opgenomen in het maandblad «De
Rechtstoestand», Nos. 69 en volgende.
Red.
P HOOFDSTUK. 5. I en II.
Voorloopig Verslag.
In twee afdeelingen had eene uitvoerige gedachtenwisseling plaats om
trent de houding, welke de Regeering in acht heeft te nemen tegenover
de vereenigingen van ambtenaren en militairen. Door sommigen werd
hierbij op den voorgrond gesteld, dat de Minister van Financiën, toen hij
in 1905 bij de behandeling van het adres van antwoord op de Troonrede
dit punt besprak, ten onrechte deze vereenigingen vakorganisaties noemde.
Deze uitdrukking werd beschouwd als eene hier niet passende vertaling
van het woord trade union, daar trade beteekent ambacht of bedrijf en
hier van publieken dienst sprake is.
Sommige leden, die meenden, dat het niet veel afdoet, of men bedoelde
vereenigingen al dan niet als vakvereenigingen beschouwt, konden zich den
grooten tegenstand, die zij bij velen vinden, niet verklaren. Het spreekt
hun inziens vanzelf, dat die vereenigingen niet met gewone vakvereenigingen
zijn gelijk te stellen en dat de verhouding van vereenigingen van ambte
naren en vooral van militairen tegenover den Staat eene andere is dan die
van vereenigingen van arbeiders tegenover hunne werkgevers, zoodat dan
ook niemand het recht van staking voor de eerstbedoelde vereenigingen
opeischt. Maar indien dit in het oog gehouden wordt, kon het bestaan
en het erkennen van die vereenigingen naar men meende, geen bezwaar
opleveren. Deze leden betoogen verder, dat het bestaan van zulke ver
eenigingen is voortgekomen uit misstanden in de takken van dienst, waartoe
hare leden behooren, en dat haar streven is die misstanden weg te ruimen.
Zij zijn dus geenszins overbodig, want er komen in alle takken van dienst
