io8
tot bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheeps-
bewijzen te Goes A. Kleijn, thans ontvanger der registratie en
domeinen aldaar.
Op zijn verzoek is de benoeming van den heer P. Sillevis
tot lid der commissie voor het examen voor landmeter van het
kadaster ingetrokken en is bij resolutie van 11 Mei 1909, n°. 13
Regie, in zijne plaats benoemd de Heer G. B. H. de Balbian,
landmeter van het kadaster te 's Gravenhage.
Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken
is met ingang van 21 Augustus 1909 aan G. J. Dykerman Jr.,
civiel-ingenieur, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als
assistent voor het landmeten, het waterpassen en de geodesie aan
de Technische Hoogeschool te Delft.
Verplaatsing van landmeters:
Met 1 Juni 1909:
J. H. Loewer van Zierikzee naar 's Gravenhage.
Verplaatsing van adspirant-landmeters
Met 1 Juni 1909:
J. H. Marring van Eindhoven naar Rotterdam.
J. G. Ferwerda Amsterdam Rotterdam.
J. Al ving Amsterdam Rotterdam.
A. J. Schooleman Leeuwarden Rotterdam.
Op 16 Mei j.l. is in den ouderdom van 53 jaar overleden de
landmeter van het kadaster P. C. Prins te Utrecht.
Met den Heer Prins is aan velen, te vroeg, een trouwe
vriend ontvallen. Door zijn oprecht en eerlijk karakter, zijn onbe
vangen oordeel was de thans ontslapene iemand, tot wien ieder, die
met hem in aanraking kwam, zich aangetrokken gevoelde. Beschei
den van aard, was het hem geen behoefte zich op den voorgrond
te plaatsen of van zich te doen spreken; waar het pas gaf, wist hij
den arbeid van den landmeter te doen eerbiedigen, den naam van
het Kadaster, dat hij met groote toewijding diende, hoog te houden.
Vrijdag 21 Mei werd zijn stoffelijk overschot ter aarde besteld.
Een rijke bloemenschat getuigde van stille hulde, door vrienden
en kennissen aan zijne nagedachtenis gewijd.