LOGARITHMISCHE REKENLINEALEN. Inleiding. «Les nombres gouvernent le monde.» Aldus Plato. «Mais, a pu ajouter quelqu'un, ils le gouvernent sans l'amuser.» Het citaat is genomen uit prof. Maurice d'Ocagne's Le calcul sim- plifié. (Paris, Gauthier-Villars, 1905). Tijdroovende en geest- doodende becijferingen ontmoedigen den onderzoeker; kostbare waarnemingen blijven onbenut voor de wetenschap bij gebrek aan voldoende krachten om de resultaten te berekenen. Zijn becijferingen onmisbaar hulpmiddel bij wetenschappelijk onderzoek, voor geodeten, werktuigkundigen, electriciens, financiers zijn zij een in de praktijk dagelijks te hanteeren werktuig. Vereenvoudiging van het rekenen, brengt voor elk hunner verlichting in dit niet het minst bezwarende deel van den dagelijkschen arbeid; meer nog, zij maakt somtijds bewerkingen mogelijk, die zonder haar eene inspan ning zouden vorderen ongeëvenredigd aan het verkregen resultaat. Onder de meest illustre wiskunstenaren, die tegelijk buitenge wone gave bezaten in rekenkunst, worden Wallis, Euler, Gauss, Ampère en ten onzent Schols genoemd. Zoomin men evenwel bijzondere vinger vaardigheid op het klavier verwarren mag met merkwaardige muzikale compositietalenten, zoomin gaat nood zakelijk met wiskundigen aanleg gepaard eene groote vaardigheid in het rekenen. Men herinnert zich de wonderrekenaren, helden der mnemotechniek, die gevonden worden onder overigens mis- maakten, analphabeten, eenvoudige schaapherders. Naar uitzonderingen hebben wij ons niet te richten; onschat baar welkom is elke vereenvoudiging in rekenwerk, omdat deze de afmatting, het geestdoodende ervan vermindert, tijd bespaart en de kans op fouten verkleint. Mechanica en geometrie hebben onderscheidene methoden ge leverd om de getallenrekening te hulp te komen, schijnbaar in overvloedige hoeveelheid. In schijn evenwel; ieder geval uit de practijk bepaalt de keuze: Rekenmachines- en hunne voorloopers, minder samengestelde

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1909 | | pagina 109