«unbedingt zum taglichen Gebrauch notwendig und so leicht, «dass Knaben sie erlernen können; die Regeln der Multiplikation «und Division erfordern allerdings ein wenig mehr Aufmerksam- «keit, aber bei einiger Anstrengung werden sie doch bald «begriffen.» Een der eerste lichtstralen vinden wij bij Nicolas Chuquet, bachelier en médecine, den vader der fransche alge- bristen, die in 1484 in zijn Le Triparty en la science des noni- bres een hoofdstuk de la multiplication et proprieté des nombres proportionalz geeft, waarin op bovenbedoeld verband tusschen eene meet- en eene rekenkundige reeks wordt gewezen. Die gedachte, op logarithmisch rekenen doelende, bleef onvruchtbaar. Een tweede voorlooper is Michel Stiefel (1476 1567) in zijn Arithmetica integra; beide reeksensoorten uitvoerig besprekende roept hij uit «Hier kon een nieuw, volledig boek over de wonder baarlijke eigenschappen der getallen geschreven worden Met geniaal instinct voelt hij de vruchtbaarheid van het begrip, dat wij logarithmeneming noemen. Eveneens wijst Apianus (14951552) in zijn werk Instrumentum primi mobilis etc. op de bruikbaarheid der beide reeksen bij het vermenigvuldigen. Nog is het niet licht geworden; men ziet, dat de uitvinding der logarithmen niet lang meer kan uitblijven. De zestiende eeuw is het tijdperk van de ontwikkeling der trigo nometrie en van de volmaking der trigonometrische tafels; op de primitieve werken van Ptolemeus, Peuerbach(14231461) en Regiomontanus (geboren 1436) volgden die van Apianus, Rhathicus Opus Palatinum de Triangulis 1596), Pitiscus (1561 1613) Thesaurus Mathematicus etc. 1613). Voor een loonend gebruik dezer voortreffelijke hulpmiddelen waren de toenmaals ge bruikelijke rekenmethoden onvoldoende; vele pogingen werden gedaan om de leemte aan te vullen. Een der intressantste middelen ter vervanging van vermenigvuldiging en deeling was de Prosta- pheresis, eene methode, die volgens sommigen reeds den Arabieren bekend was, echter in de avondlanden eerst een vijftal eeuwen later te voorschijn trad en wel volgens Cantor Vorlesungen über Geschichte der Mathematik, Leipzig 1900) voor het eerst in 1I1 J) Niet te verwarren met Karl Wilhelm Feuerbach (18001834), hoogleeraar te Erlangen (Eigenschaften einiger merkwürdigen Punkte des gradlinigen Dreiecks Nümb. 1822).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1909 | | pagina 111