tijdens zijn leven algemeen gebruikelijk werd, kwam tot ons door de verschijning van zijn Mirifici logarithmorum canonis descriptio (Edinburg, 1614). In dit werk (in-40, 56 pagina's tekst en 90 pagina's tafels) groeiden de reeksen tegengesteld aan; bij toe nemende getallen nemen de logarithmen af; de basis was on meetbaar, zoodat bij vermenigvuldiging met 10 de logarithme met een onmeetbaar getal veranderde. Napier heeft zelve het ondoelmatige daarvan ingezien, zijn omgang met Brigg ([561 1630), den Londenschen, later Oxfordschen professor, had de omwerking door dezen laatsten van de logarithmen naar de basis 10 en onder gelijktijdige aangroeiïng van getal en loga rithme tengevolge: Logarithmorum Chilias prima London 1617 (dus kort na Napier's dood (8 cijfers), Arithmetica Logarithmica 1624 (14 cijfers) en Trigonometria Britannica (bij Pieter Ram- maseyn, Gouda 1633) (14 cijfers). Wie Napier den roem toekent, het logarithmisch rekenen te hebben ingevoerd, behoort den naam van Jost Bürgi (15521632), den genialen en kunstvaardigen hofuurwerkmaker van Landgraaf Wilhelm IV van Hessen en Keizer Rudolf II en diens opvolgers, niet te verzwijgen. Diens grootste werk was de uitvinding van een logarithmensysteem, dat nauw genoeg met de later zooge noemde natuurlijke logarithmen, welker basis sinds Euler (1737) door e wordt aangeduid, overeenstemt, om te kunnen beweren: Burgi's logarithmen zijn de logarithmen met de basis e. Reeds in 1602 verkreeg Burgi het keizerlijk privilege zijne tafels te doen drukken; deze bescheiden man bewaarde evenwelzijn geheim, «liet «het kind bij de geboorte in den steek en voedde het niet op ten «algemeenen nutte» (Kepler in zijn Tabulae Rudolphinae, Ulmae 1627, p. 11), aldus door zijn talmen zich de eer der uitvinding der logarithmen latende ontgaan. Zijne beroemde Progress- Tabuln zagen eerst in 1620 het licht en zelfs toen nog onvol ledig: van het «voorbericht», aanvankelijk als verloren beschouwd, werd in 1856 in de Danziger Stadsblibliotheek het handschrift gevonden en in druk gegeven. Voor ons doel is het niet noodig, verder aan de hand van de namen van Vlack, den ondernemenden Goudschen boekdrukker, die o. m. Brigg's Arithmetica Logarithmica voltooide door bere kening der ontbrekende logarithmen voor 20- tot 90-duizend; van den landmeter en wiskundige Ezechiel de Decker, Vlack's "3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1909 | | pagina 113