Het bij uitstek practische Engelsche volk vooral zag de groote
beteekenis van de rekenlineaal in; herhaaldelijk werden aan
Gunter-Wingate's lineaal verbeteringen aangebracht, de belang
rijkste wel door Seth Partridge in The description and tise of
an instrument called the double scale of proportion, Londen 1671.
Hij kan als de eigenlijke uitvinder onzer hedendaagsche tong-
linealen worden beschouwd; van het door hem uitgedachte type
bedienen wij ons nog heden. Als constructeur van de lineaal
van Partridge wordt Haynes genoemd.
Partridge had verscheidene navolgers: Sauveur (omstreeks
1700) in Frankrijk; Lambert in Duitschland, die met zijn ver-
reikenden blik de beteekenis der rekenlineaal voor de practijk
wist te waardeeren: Beschreibung und Gebrauch der logarith-
mischen RechenstdbeAugsburg 1761 en 1772; in Engeland
Leadbetter (1750), ten onrechte wel eens als uitvinder van den
reken schuif genoemd.
Zooals reeds werd opgemerkt, voornamelijk in Engeland werd
dit kostbaar hulpmiddel van den rekenaar het snelst populair:
de Soho-scale of Soho-rule (de tegenwoordige benaming is slide-
rule, sliding rule verspreidde zich over gansch Europa.
Omtrent den oorsprong der benaming Soho-rule, en de onjuiste
meening, dat deze zou te vinden zijn in het feit, dat de Soho-rules
te Soho (bij Birmingham) werden vervaardigd (aldus abusievelijk
of onduidelijk bij d'Ocagne en Hammer) ontleenen wij aan een
artikel van Mehmke in het Zeitschrift für Mathematik und
Physik (1902) 48. Band, 2. Heft, p. 317 de volgende bijzonderheden.
Volgens de voorrede van een geschrift over de log. reken
lineaal door K. Ott (Prag 1874, 2. Auflage 1891) zou in Engeland
de rekenlineaal reeds «in het midden der zeventiende eeuw» en
wel in de fabriek van Boulton en Watt te Soho ingevoerd zijn
en door de werktuigkundigen van deze fabriek met groote vaardig
heid gehanteerd. Van hier uit zou de sliding rule langzamerhand
over geheel Engeland verspreid zijn. Deze mededeelingen, welker
bron niet genoemd is, zijn gedeeltelijk in andere geschriften
overgenomen b. v. in het uitvoerig werk over logarithmische
rekenapparaten van A. Favaro (Atti del Instituto Veneto 5.
(18781879) P- 495520), waar zelfs beweerd wordt, dat in
genoemde fabriek de rekenlineaal het eerst werd vervaardigd.
Zij bevatten ongetwijfeld verscheiden dwalingen. Men vindt over
116