dit onderwerp eenige gegevens, welker betrouwbaarheid boven allen twijfel staat, in de Treatise on the Steam-Engine van den ingenieur John Farey (Londen 1827) VII. hoofdst. p. 531 en 536. Volgens dezen gebruikte James Watt (17361819), l) de beroemde uitvinder van de verbeterde stoommachine en van den condensator, logarithmische schalen op eene rekenlineaal om de afmetingen van stoom- en andere machines te berekenen. Re- kenlinealen waren zoo bericht Farey toen bij ijkers en belastingambtenaren reeds lang in gebruik geweest en werden ook door timmerlieden gebezigd, doch zij waren ruw vervaardigd, onnauwkeurig verdeeld en vorderden ook overigens verbeteringen om voor werktuigkundigen bruikbaar te zijn. Watt en zijn assistent Southern gaven aan de schalen eene voor ingenieurs zeer bruikbare inrichting en lieten de orgineele modellen, waar naar de rekenlinealen werden gemaakt, door zeer bekwame werktuigkundigen vervaardigen. Deze linealen op de eerste plaats bestemd voor de ingenieurs der machinefabriek van Boulton en Watt te Soho, kwamen ook in handen van alle werkmeesters en voorwerkers; ook elders werden langzamerhand deze linealen bekend en wel onder den naam Soho-rules. Zij waren van palmhout (Buchsbaumholz, bois de buis), lang 10V2 inch, met eene tong en op de voorzijde vier schalen, waarvan drie congruent waren en de vierde eene dubbel zoo groote lengteëenheid had; op de rugzijde bevonden zich tafels van veelvuldig voorkomende getallen, deelers en factoren. Men heeft hier blijkbaar te doen met het oorspronkelijk type van de langen tijd ook op het conti- ment gebruikelijk geweest zijnde rekenlinealen zonder looper. Door Farey's mededeelingen wordt het voorkomen der benaming Soho-rule bevestigd, evenals Ott's meening over den oorsprong, doch tegelijk aangetoond, dat het gebruik van de rekenlineaal zich niet uitsluitend van uit Soho heeft voortgeplant, wat overigens bekend is. Bovendien stelde Ott het tijdstip meer dan een eeuw te vroeg, daar Watt eerst in 1767 Boulton's fabriek zag en in 1775 deelnemer werd. Dat de rekenlinealen, in deze fabriek gebruikt, ook daar vervaardigd werden, zegt Farey evenmin als Ott en is ook niet waarschijnlijk. Inderdaad lezen wij in Dinglers ii7 Watt heeft gedurende een groot aantal jaren het beroep van landmeter en inge nieur uitgeoefend.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1909 | | pagina 117