dig"de, valt nog uit de eerste helft van de negentiende eeuw het
volgende op te merken. In de oudste jaargangen van het in
1820 door J. G. Dingier opgerichte Polytechmsches Journal
treft men tal van mededeelingen aan over in Engeland gemaakte
vorderingen op het gebied van rekenlinealen. Wij kunnen niet
nalaten, terloops op de, den lagen trap van het toenmalig technisch
onderwijs kenmerkende opmerking der redactie (32. Band 1829,
p. 173) te wijzen: Wij hebben over de noodzakelijkheid van de
verspreiding van de rekenlineaal onder onze architecten, timmer
lieden enz. reeds zoo dikwijls gesproken, dat wij ons zelf over
onzen onvermoeiden ijver zouden kunnen verbazen, wanneer het
nog niet meer verwondering baarde, dat slechts weinigen hunner
weten, wat eene logarithme is. Als eene vrije omwerking van
een Zweedsch geschrift uit het jaar 1824 is te Berlijn in 1825
eene A nweisung zum Gebrauch eines Rechenstabes für Forst-
techniker u. s. w. door Fr. W. Schneider verschenen; hier
schijnen intusschen Engelsche voorbeelden te zijn gebruikt daar
voor de vier schalen der lineaal, de in Engeland gebruikelijke
aanduiding met A, B, C, D is gebruikt. Op den omslag wordt
een Berlijnsch werktuigkundige F. Dübler genoemd, bij wien
palmhouten linealen voor 5 Rthlr. 5 Sgr. 9 El. 18 Kr.) ver
krijgbaar waren. Voorts wordt in de voorrede van de Anleihmg
zum Gebrauch des Rechnenschiebers door C. Hoffmann,
Berlijn 1847, ontstaan uit voordrachten van den schrijver voor
de Polytechnische Gesellschaft, uitdrukkelijk van drie werktuigkun
digen te Berlijn (Th. Baumann, C. T. Dörffel en C. G. Grünow)
uitdrukkelijk gezegd, dat zij niet alleen rekenlinealen verkochten
(voor 2 Thlr per stuk) doch ook vervaardigden. Was er bij
Biler en Lambert sprake van zelfstandig werk, bij Schneider van
waarschijnlijk Engelsche, over Zweden naar Duitschland gekomen
invloeden, Hoffmann wijst ons op Weenen. Hier maakte
Adam Burg (1797 1882) hoogleeraar in mechanica a. h. poly
technisch instituut aldaar, voor 't eerst de rekenlineaal bekend;
voor de verspreiding ervan werkte L. C. Schulz von Strass-
HQ
Hier heeft men waarschijnlijk te doen met eene rekenlineaal van 36114 «Wiener
Zoll» lengte, uit twee messingstaven bestaande, waarvan (zie pag. 120) von Strassnicki
op p. 197 zijner Anweisung een exemplaar beschrijft, dat uit de nalatenschap vaneen
antiquair als oud koper werd aangekocht voor de werktuigkundige verzameling van
het polytechnisch instituut te Weenen.