13°
waarvan het slechts zeer weinig afwijkt, wordt bepaald door den
straal van den aequator en de afplatting; voor deze laatste vond
Helmert i 298.3
Evenals nabijgelegen massaophoopingen op de richting der
zwaartekracht een belangrijken invloed uitoefenen, doen zij dit
op de grootte der zwaartekracht, en reeds bij de in de 18e eeuw-
uitgevoerde slingerwaarnemingen heeft men getracht dien invloed
in rekening te brengen, door het in een punt voor de zwaarte
kracht gevonden bedrag te verminderen met de verticale ont-
bondene van de aantrekking der storende massa's. Bij de in
Britsch-Indië uitgevoerde slingerwaarnemingen werd nu echter
door Pratt gevonden, dat de waarnemingen in het algemeen
veel minder goed overeenstemden, als de invloed der bergmassa's
in rekening werd gebracht; het was alsof de storende invloed
der zichtbare massa's werd gecompenseerd door een tekort aan
massa daar beneden. Hij grondde daarop een hypothese, die
tegenwoordig het isostatisch evenwicht der aardkorst wordt genoemd.
Boven een bepaald vlak van compensatie, dat zich op zekere
diepte beneden den zeespiegel bevindt, is in de verschillende
elementaire prisma's, waarin men de aardkorst verdeeld kan
denken, de dichtheid der opvolgende lagen wel ongelijk, maar
de totale massa van elk prisma is even groot, zoodat, als de
aardkorst dreef op een vloeibare kern, zij in evenwicht zoude
zijn. Onder de hooge gebergten der aarde moeten zich dus
massa's van geringe dichtheid bevinden, terwijl onder den bodem
der diepe zeeën, tot compensatie der mindere dichtheid van het
zeewater, gesteenten van groote dichtheid aanwezig moeten zijn.
Latere onderzoekingen hebben de hypothese van Pratt meer en
meer bevestigd; ook de waarnemingen van Hecker hebben aan
getoond, dat de zwaartekracht op den oceaan bijna overal nagenoeg
het normale bedrag heeft, zooals dat uit de slingerwaarnemingen
voor de vaste landen is afgeleid. Natuurlijk vertoonen zich echter
ook afwijkingen en is de compensatie op vele plaatsen onvol
komen, omdat de meer en de minder dichte massa's, waardoor
zij zou worden verkregen, in horizontalen zin ten opzichte van
elkander zijn verschoven.
Voor enkele jaren heeft Hayford uit de resultaten der graad
meting in de Vereenigde Staten een waarde trachten af te
leiden voor de diepte, waarop het vlak van compensatie zich