meting te bepalen, kon over een lengte van ongeveer 60 kilometer
worden geconstateerd, dat in de nabijheid der groote vulkanische
lengtespleet, die over het eiland loopt, een aantal punten, aan de
oostzijde in noordwestelijke, aan de westzijde in zuidoostelijke
richting, was verschoven; de grootste relatieve verschuiving
bedroeg ongeveer 2 meter. Op veel grooter schaal is in de
Vereenigde Staten een dergelijk onderzoek ingesteld na de Cali-
fornische aardbeving van 1906; een belangrijk deel van het
driehoeksnet in de nabijheid der door de aardbeving gevormde
scheur ter lengte van ongeveer 300 kilometers, nagenoeg even
wijdig loopende met de kust, is hermeten; de punten aan de
oostzijde bleken in zuidelijke, die aan de westzijde in noordelijke
richting te zijn verschoven; de relatieve verplaatsingen beloopen
tot 3 meter.
Eigenaardig is het, dat zoowel op Sumatra als in Californië in
het algemeen veranderingen der hoogte, groot genoeg om met
zekerheid te worden vastgesteld, niet zijn geconstateerd; verticale
verplaatsingen van eenige uitgestrektheid, die men toch wel het
eerst zou verwachten en het gemakkelijkst kon verklaren, zijn
bij beide aardbevingen dus niet voorgekomen.
Een ander bewegingsverschijnsel, waarop de geodesie haar
aandacht houdt gericht, is de langzame rijzing of daling van
deelen der aardkorst, waaromtrent nog veel onzekerheid en
verschil van gevoelen heerscht. Hieromtrent zullen nauwkeurig
heidswaterpassingen, na verloop van tijd herhaald, gegevens kunnen
verschaffen. Lallemand acht het noodig dat twee of drie maal
in elke eeuw het geheele net, of toch minstens het net, dat de
waterspiegels der verschillende zeeën met elkaar in verband
brengt, opnieuw wordt gewaterpast.
Een bewegingsverschijnsel van periodieken aard, dat in hooge
mate de aandacht der geodeten bezig houdt, is de verandering
van de geografische breedte der punten van het aardoppervlak,
welke daardoor wordt veroorzaakt, dat de draaiingsas der aarde
geen volkomen onveranderlijken stand heeft met betrekking tot
dit hemellichaam zelf. Reeds Bessel heeft een verandering der
geografische breedte vermoed uit de resultaten der bepalingen
te Koningsbergen; werkelijk geconstateerd zijn zij het eerst aan
de Pulkowa. Thans maakt de breedteverandering het onderwerp
uit van een stelselmatig onderzoek; sedert 1896 worden op zes
132