133
stations gelegen op het noordelijk halfrond langs de parallel van
39° 8', te Mizusawa in Japan, Tschardui in Centraal-Azië,
Carloforte in Italië, Gaithersburg, Cincinnati en Ukiah in Noord-
Amerika, en sinds 1906 op twee stations gelegen op het zuidelijk
halfrond, langs de parallel van 310 55', te Bayswater in West-
Australië en Oncativo in Argentinië, volgens een vast programma
breedtebepalingen uitgevoerd; ook nemen eenige sterrewachten,
o. a. die te Leiden, aan het onderzoek deel.
Theoretisch is de beweging der draaiingsas te verklaren door
de omstandigheid, dat zij niet volkomen samenvalt met een der
hoofdassen van traagheid der aarde. In de veronderstelling dat
de aarde een volkomen vast lichaam is, moet de draaiingsas in
den tijd van 305 dagen om de hoofdas van traagheid een kegel
met zeer kleinen tophoek beschrijven. In werkelijkheid is de
beweging echter zeer samengesteld en bevat zij twee perioden,
een van 14 maanden, naar haren ontdekker de periode van
Chandler genoemd, en een jaarlijksche. "Deze laatste wordt waar
schijnlijk veroorzaakt door massaverplaatsingen ten gevolge van
meteorologische invloeden; dat de eerste afwijkt van de theoretische
periode spruit daaruit voort, dat de aarde geen volkomen vast
lichaam, maar elastisch, en ten deele zelfs vloeibaar of plastisch is.
De plaatsen waar de draaiingsas het oppervlak snijdt, de noord
en de zuidpool, hebben dus geen vasten stand op het aardoppervlak,
doch beschrijven daarop kromme lijnen; zij bewegen zich in
spiraalvormige banen om hun gemiddelden stand; in ongeveer
zeven jaren worden deze steeds grooter, om zich daarna in
eenzelfde tijdsverloop weder te vernauwen; al die banen zijn
gelegen binnen een cirkel beschreven met ongeveer 9 meter
straal; de grootste verandering, die de breedte eener plaats onder
gaat is ongeveer o",6.
Voor twee plaatsen, wier lengteverschil 1800 bedraagt, is ver
andering der breedte, veroorzaakt door de beweging der pool,
even groot, maar heeft zij tegengesteld teeken. In het algemeen
houdt de verandering verband met de geografische lengte; zij
kan voor een bepaald punt van het oppervlak worden voorgesteld
door een uitdrukking bestaande uit twee termen, elk afhangende
van geografische lengte en van de plaats, die de pool op het
beschouwde oogenblik inneemt.
In 1900 werd er door Kimura op gewezen, dat de waargenomen