136
de leiding van diens opvolger Helmert heeft het instituut zich
ontwikkeld tot een wetenschappelijke instelling van den eersten
rang, waar tal van onderzoekingen worden uitgevoerd en boven
dien op de meest gastvrije wijze geodeten uit alle landen in de
gelegenheid worden gesteld, zich te oefenen in de uitvoering
van waarnemingen en zich voor te bereiden voor geodetische
onderzoekingen.
In 1886 werd de overeenkomst tusschen de verschillende staten
herzien en voor den tijd van tien jaren verlengd; in verband
met de toetreding van staten buiten Europa, werd de naam
gewijzigd in Internationale Graadmeting.
In 1895 werd de overeenkomst wederom voor 10 jaren ver
lengd op geheel vernieuwde grondslagen; alle drie jaren wordt
er vergaderd en het budget vastgesteld; de bijdragen der staten
worden geregeld naar het aantal inwoners; het totaal werd voor
den verlengden duur der overeenkomst op 60000 Mark per jaar
vastgesteld. Het bestuur bestaat uit den voorzitter, den ondervoor
zitter, den chef van het centraalbureau en den bestendigen
secretaris; door eiken staat wordt een gevolmachtigde aange
wezen; deze worden geraadpleegd door het besluur, wanneer dit
in het tijdsverloop tusschen de conferenties noodig is. Bij ver
kiezingen en omtrent administratieve aangelegenheden wordt
gestemd volgens staten; moet er op de bijeenkomsten over
wetenschappelijke kwesties worden gestemd, dan brengt ieder
der aanwezige gedelegeerden een stem uit.
In de driejaarlijksche vergaderingen worden rapporten uitgebracht,
mededeelingen gedaan omtrent den voortgang der geodetische
werkzaamheden in de verschillende landen en wetenschappelijke
kwesties behandeld. Verder worden fondsen aangewezen voor
wetenschappelijke doeleinden; een belangrijk deel der gelden
wordt tegenwoordig besteed voor den breedtedienst; ook Heckers
reizen ter bepaling van de zwaartekracht op den oceaan zijn door
de internationale graadmeting bekostigd.
De overeenkomst liep 31 December 1906 af; op de conferentie
te Boedapest in September van dat jaar kon worden mede
gedeeld, dat van de 21 contracteerende staten reeds 20 hadden
verklaard de overeenkomst ongewijzigd voor 10 jaren te willen
verlengen.
Thans nemen 22 staten deel aan den gemeenschappelijken