169
Mijnheer de Voorzitter!
Geheel onvoorbereid op hetgeen door U tot mij gezegd is, breng ik U
in de eerste plaats mijnen dank vooj: Uwe waardeerende woorden en aan
de Vergadering voor hare instemming.
Het komt mij echter voor, dat gij zeer hebt overdreven. Ik ben mij
ten volle bewust, dat ik met lust en toewijding gewerkt heb in den geest
als door U is bedoeld. Ik ben dan ook niet ongevoelig voor de waar
deering, die mij te beurt is gevallen, maar, aan alles is een grens, en die
is ten mijnen opzichte overschreden.
Tal van leden, waaronder ook gij mijnheer de Voorzitter, hebben met
mij meegewerkt met evenveel lust en toewijding; aan die allen komt toe,
wat ge tot mij hebt gezegd.
Gaarne ben ik bereid ook voor de toekomst mijne beste krachten te
besteden ter bereiking van ons doel. (Applaus).
Voor de notulen der vorige jaarvergadering, wordt verwezen
naar het verslag dier vergadering, voorkomend in jaargang 24
van het tijdschrift, blz. 165 en volgende. Omtrent dat verslag
zijn geene aanmerkingen ingekomen, waarom het wordt goed
gekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat de heeren: van der Veur
Hoffmann en van Beurden bericht hebben gezonden, dat zij
verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
Punt b.
De Secretaris brengt namens het Bestuur onderstaand verslag
uit omtrent den toestand der Vereeniging en de bestuurshandelingen
sedert de Algemeene vergadering van 28 September 1908.
Het aantal leden in 1909 bedraagt 207, waarvan 184 in Nederland
en 23 in Indië; het aantal abonne's op het tijdschrift bedraagt 27,
waarvan 19 in Nederland, 6 in Indië en 2 in België.
Door tusschenkomst van den boekhandel werden in 1907, 23
exemplaren van het tijdschrift verkocht.
Het ledental verminderde met 5, dat der abonne's vermeerderde
met 4, terwijl het getal exemplaren door tusschenkomst van den
boekhandel verkocht hetzelfde bleef.
In het afgeloopen jaar werd ontvangen f 1259,60 en uitgegeven
f 17 3 5»51 zoodat de rekening over 1908 sluit met een tekort
groot 375,91.
Vergelijkt men de groepsgewijze recapitulatie der uitgaven van