r 18 of bij symmetrische fouten 2 f f(x) dx V2. Alleen dan zal men gemakkelijk R hieruit kunnen oplossen, wanneer f(r\ van eenvoudigen vorm is. Voorbeeld: Bij eene logarithmentafel (of eene andere soortgelijke tafel) heeft men: 1 hetgeen door substitutie in bovenstaande integraal geeft: ,,2_2/ =x of R 1/2 a, waarin a de grens der fout is. Voor eene logarithmentafel met 5 decimalen is a V2 X 0.00001 en dus R 0.0000025. Meestal echter zal het niet zoo gemakkelijk zijn, R te vinden, evenmin als M'Om M te vinden, zal men in 't algemeen de minste moeilijkheden aantreffen. Invloed der constante fout. Zooals wij reeds opmerkten (blz. 13), moet bij het bepalen van de gemiddelde fout, Rf, van de absolute waarden der fouten, en niet van hun algebraïsche waarden worden gebruik gemaakt. Wij verkregen daardoor de formule (blz. 15) M2: f (x) dx x f(x) dx. J 0 J —b Het gemiddelde der algebraïsche waarden leverde geen maatstaf voor de nauwkeurigheid der meting. Toch heeft dit gemiddelde (ingeval het bepaald kan worden) eene andere beteekenis, welke wij thans willen onderzoeken. Veronderstellen wij, dat het aantal waarnemingen (in theorie tenminste!) co is, dan wordt bedoeld gemiddelde voorgesteld door xf(x)dx-f- f xf(x)dx= xf(x)dx b J —b J O 20 rR R 2 a a 1 a do 0 r* CL 0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1909 | | pagina 18