voltooien; hoe zij daarna door de behoefte aan andere kaarten,
steeds den omvang van hare bemoeiingen zag toenemen en zóó
is geworden tot de omvangrijke inrichting van heden.
Toch is de eindpaal geenszins bereikt.
Het beroep op de prestatiën der Inrichting wordt steeds grooter
en zonder de heilzame gevolgen van dien aandrang voorbij te
zien, is spreker doordrongen van de overtuiging, dat aan die
eischen slechts bedachtzaam en met mate kan worden voldaan,
wil men niet in een paar jaren in den grond boren, wat met
zooveel moeite is tot stand gebracht.
Daarom juist wordt het bezoek van personen, die door den
aard van hunne werkkring meer dan anderen tot oordeelen be
voegd zijn, bizonder op prijs gesteld, en spreker doet daarom een
beroep op den steun, die van vakmenschen als de huidige be
zoekers naar hij meent kan uitgaan, om, waar t pas geeft, wan
begrippen te bestrijden en stemming te maken voor het streven
der Directie naar steeds betere uitkomsten; opdat men haar geve
de middelen, die zij noodig heeft: tijd, geld en ruimte.
De Voorzitter der Vereeniging, de heer Paulussen, gaf aan
het gevoelen der aanwezige leden uiting, door uit naam van allen
dank te zeggen voor de betoonde welwillendheid en de aange
boden deskundige leiding. Hij wees er op, dat het groote getal
aanwezige leden een ondubbelzinnig bewijs leverde, dat deze
welwillendheid op grooten prijs wordt gesteld, te meer nu dit
bezoek moest worden vastgesteld op een tijd, dat velen wegens
drukken dienstarbeid moeilijk hunne standplaats konden ver
laten. Blijkbaar hebben dus allen van dit bezoek groote ver
wachtingen. Dat zij daarin niet zullen worden teleurgesteld,
meent hij reeds nu te mogen vaststellen op grond van de her
inneringen, die een bezoek, reeds voor 25 jaar aan de Inrichting
gebracht, bij hem hebben achtergelaten.
Daarna werden de vier groepen aan hunne deskundige leiders
voorgesteld en kon de rondgang een aanvang nemen. De heer
Lindhout had zijne maatregelen zeer praktisch genomen; door
verwisseling van leiders waar dat noodig was, door te zorgen,
dat overal datgene te zien en uit te leggen viel, wat in de eerste
plaats een goed denkbeeld kon geven van alles, wat de Inrichting
presteert, en de wijze, waarop ze werkt en woekert met de
veel te kleine ruimte, bood deze ommegang door alle vertrekken
193