ig8 zoeken onder welke voorwaarden deze functies voor eenzelfde waarde van x van nul verschillend zijn. a) De factor f xDeze wordt door de kromme ux f (x^) van Fig. VIII graphisch voorgesteld. bDe factor 72(10— x). Om het verloop van deze functie door eene kromme u3 =72 (10 x) (Fig. X) voor te stellen, nemen wij eerst x 10. Bij deze abscis (dus bij het punt O) behoort als ordinaat de waarde f2 (10 10f2 0Dit is evenwel dezelfde waarde, die in Fig. IX door de ordinaat in den oorsprong 02 R2 werd voorgesteld. Wij moeten dus O R 02 R2 nemen. Maken wij nu x grooter, dan zal bij x 11 behooren u3 =72 (10 11) =72 1); x= 12 «3=72(1012) 72 2); enz. tot eindelijk bij x 16 de waarde S Tf2 (10 16) =f2 6), juist met de waarde S2 T2 van de laatste ordinaat in Fig. IX overeenstemt. Op deze wijze zal dus in Fig. X rechts van OR een (gedeeltelijk kromlijnige) vierhoek OR 7 S ontstaan, welke het spiegelbeeld vertoont van den vierhoek 02 R2 T2 S2, welke het linker gedeelte van Fig. IX uitmaakt. Hadden wij daarentegen x kleiner dan 10 genomen, dan hadden wij voor x g gevonden u3 f2 (10 9) f2 (1), 8 «3 =f2 (10 8) /2 (2), en -> x—'i ii3 =f2 (10 7) =/2 (3). De laatste waarde stemt weder met die van «2 voor x2 3 overeen, zoodat de ordinaat P Q gelijk wordt aan P2 Q2 in Fig. IX, en de geheele figuur P Q TS het spiegelbeeld van P2 Q2 T2 S2 vertoont. Dat spiegelbeeld komt dan zóó te liggen, dat het punt O over eenkomt met O2, het punt van oorsprong. X 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1909 | | pagina 200