gemaakt met de opmeting van de hoofdplaats Batavia. Men ver
wachtte, dat door dezen maatregel weldra een einde zou worden
gemaakt aan den gebrekkigen toestand, waarin het oude kadaster
ter hoofdplaats verkeerde.
Omtrent maatregelen van meer algemeenen aard, ten doel hebbende
tot eenc kadastrale opname van Java te geraken, werden in
het jaar 1873 in Nederland voorstellen uit Indië ontvangen, die
echter nadere overweging vereischten, vooral wegens hunne verre
strekking en finantiële gevolgen.
Bij besluit van 30 Januari 1874 n°. 9, Stbl. n°. 37 werd de
door den intusschen overleden Inspecteur-Generaal van Finantiën
Motké ontworpen Algemeene organisatie van het personeel
van het Kadaster door den Gouverneur-Generaal gearresteerd.
De bezoldiging der Landmeters cn Adjunct-landmeters bestond
deels uit vast tractement, deels uit wisselvallige inkomsten in ver
band met den geleverden arbeid.
Bij Koninklijk Besluit van 16 April 1874 n°. 49, Stbl. n°. 156
werd voor de benoembaarheid tot Adjunct-landmeter 3e klasse een
programma van examen vastgesteld.
Gedurende het jaar 1875 werd met kracht voortgewerkt aan
de opname van Batavia (stad en voorsteden). In het betreffend
Koloniaal Verslag over dat jaar wordt daarbij medegedeeld: «In
«de wijken, door inlanders, Chineezen en andere vreemde ooster-
«lingen bewoond, die sterk bevolkt en uit tal van zeer kleine
«perceelen zijn samengesteld, leverde de arbeid vele moeilijkheden
«op. De bestaande meetbrieven, waarop de uitgestrektheid van
«de verschillende perceelen is aangegeven, kwamen meestal met
«den toestand van het terrein te weinig overeen, om met vrucht
«te worden geraadpleegd ter bepaling van de grenzen.»
Hierbij zij opgemerkt, dat bovenbedoelde moeilijkheden in
meerdere of mindere mate zich steeds hebben herhaald bij de
kadastreering van alle andere steden en nederzettingen op Java
en de z. g. buitenbezittingen.
In het belang eener stelselmatige toepassing van de beginselen,
waarnaar de inrichting van het kadaster behoorde plaats te hebben,
werden bij besluit van 12 Augustus 1875 n°. 1, Stbl. n°. 183, door
den Gouverneur-Generaal Algemeene Voorschriften betref
fende de kadastrale metingen in Nederlandsch-Indië
vastgesteld.
22