van de rechtstitels, op de bedoelde perceelen betrekking hebbende.
De opkomst en de betoonde belangstelling van de geinteres-
seerde eigenaren was echter zeer gering, zoodat deze proef als
mislukt kon worden beschouwd en bij de voltooiing van andere
kadastrale afdeelingen niet meer is herhaald.
Itr het jaar f8?8 werd aangevangen met dc meting van de
hoofdplaatsen Soerabaja en Samarang.
Bij Gouvernements besluit van 5 September 1 878 n°. 59
(Bijblad n°. 3308) werden vastgesteld de modellen 1 tot 9 der
formulieren, betrekking hebbende op de kadastrale boekhouding
en zulks onder de overweging: «dat de denkbeelden door den
«Ingenieur van het kadaster, in zijn schrijven van 16 November
«1877 n°. 90 ontwikkeld ten aanzien van het doel, dat met de daar-
«stelling van een kadaster in Nederlandsch-Indië voorloopig werd
«beoogd, namelijk de meest mogelijke rechtszekerheid aan den
«eigendom te verschaffen, alleszins juist waren en de daarop
«gegronde voorstellen ten zeerste aanbeveling verdienden.»
Met het oog op de voorgenomen opheffing van de Statistieke
opname werden ter oefening van het technische personeel dezer
opname in de bij het kadaster gevolgde methode van meten
in September 1878 de in de Preanger Regentschappen door den
statistieken dienst aangevangen metingen bereids gesteld onder
het toezicht van den Ingenieur van het kadaster.
Nadat op deze wijze de nieuw te vormen toestand geleidelijk
was voorbereid, werden bij Gouvernements besluit van 10 Mei 1879
n°. 4, Stb. n°. 164 de statistieke opname van Java en de
kadastraal-statistieke bureaux opgeheven en de voorzetting der
aangevangen metingen, zoowel als de bijhouding der reeds ver
vaardigde kaarten en daarbij behoorende bescheiden, opgedragen
aan het kadaster, met bepaling dat voor de kaarten der gewestelijke-
en afdeelings-hoofdplaatsen op Java en Madoera de reeds afge
kondigde Algemeene Voorschriften (Stb. 1875 n°. 183 en 1878
n°. 104) van kracht bleven, terwijl voor de vervaardiging van de
kaarten der overige gedeelten van Java en Madoera afzonderlijke
voorschriften zouden worden gegeven. Verder werden tot den
werkkring van het kadaster gebracht de werkzaamheden, aan
de Gouvernements-landmeters opgedragen ingevolge Stb. 1837
n°. 3 en Stb. 1863 n°. 158, in zooverre, dat voor elk gewest of
gedeelte van een gewest naarmate de opmeting der hoofd-
24