De dienst van Gouvernements-landmeter werd in het jaar 1880
aan de ambtenaren van het kadaster opgedragen voor de gewesten
Soerabaja, Preanger Regentschappen, Pasoeroean en Probolinggo.
In de jaren 1881 en 1882 werden de werkzaamheden voortgezet
door 8 opmetingssecties.
In het Koloniaal Verslag over 1882 wordt bericht, dat tengevolge
van den overgang van de functiën der Gouvernements-landmeters
op de ambtenaren van het kadaster een groot deel van het
Europeesch en inlandsch personeel van het kadaster aan den
gewonen dienst werd onttrokken. Tegenover dit nadeel wogen
ruimschoots op de voordeelen van den getroffen maatregel, zooals
de verbetering van de tot nu verwaarloosde archieven van de
Gouvernements-landmeters en van de administratie der verponding,
alsmede de opmeting en de daarop gevolgde inschrijving onder
eenigen titel van vele perceelen, die tot dusverre door Europeanen
en vreemde oosterlingen onwettig werden geoccupeerd. De daaruit
ontstane bate voor 's lands kas, zegt het verslag, wordt op/25 000
a 30 000 'sjaars geschat. Men verwachtte, dat bij een goede
administratie van de bureaux der Gouvernements-landmeters,
naarmate ook andere kleinere plaatsen in de binnenlanden door
het kadaster zouden zijn gemeten, bedoelde inkomsten nog be
langrijk zouden stijgen.
Bij Stbl. 1883 n°. 121 werd eene nieuwe regeling afgekondigd
voor de benoembaarheid tot Adjunct-landmeter en een nieuw
programma vastgesteld voor de examens van Adjunct-landmeter
en Landmeter 3e klasse.
Bij besluit van 30 April 1883 n°. 30 werd de bijhouding ge
regeld van de kaarten, opgemaakt volgens de voorschriften ge
geven bij besluit van 4 Augustus 1879 n°. 7.
In den loop van het jaar werd een 9e opmetings-sectie opgericht
en een begin gemaakt met de bijhouding van het kadaster ook
buiten den kring der werkzaamheden der bureaux van bewaring.
In April 1884 werd voor het eerst het examen voor Landmeter
3e klasse afgenomen volgens de nieuwe bepalingen.
In Februari 1884 werden 40 mantries belast met de meting
van de door de vloedgolf van 27 Augustus 1883 geteisterde
streken in de afdeeling en Anjar en Tjaringin der residentie Bantam.
Intusschen werden, naarmate het werk vorderde, steeds nieuwe
districten, steden en nederzettingen opgemeten.
27