283
en verplaatsing van ambtenaren der registratie en domeinen en van het
kadaster, vergoeding aan de leden van de bij art. 29 der wet van
27 September 1892 Staatsblad N°. 223) ingestelde raden van beroep;
bureaukosten van de secretarissen van die raden en vergoeding aan des
kundigen tot voorlichting van de hiervoren vermelde raden van beroep:
a. reis- en verblijfkosten en verplaatsingskosten in zake de registratie
en domeinen25 500, 18 000, 18 197,22s
(Hooger geraamd:
i°. met het oog op het bedrag dat in 1908 moest worden besteed;
2°. wegens de aan surnumerairs te vergoeden kosten der reizen voor
verlofwaamemingen, en
3°. met de bedoeling voor de ambtenaren bij het dienstvak der registratie
eene regeling van de vergoeding van verplaatsingskosten in te voeren,
welke in hoofdzaak zal overeenstemmen met de voor de ambtenaren van
den post- en telegraafdienst bestaande regeling. De raming der kosten
hiervan is gedaan in dier voege, dat de nieuwe regeling zou kunnen in
gaan op 1 April 1910.)
b. Reis- en verblijfkosten, vacatiegelden van examinatoren, kosten ver
bonden aan het houden van examens en kosten van commissiën
8 000, 7 000, 6 279,63
(Het voornemen bestaat in 1910 examen te houden voor surnumerair
der registratie en domeinen, voor adspirant-landmeter en boekhouder van
het kadaster en voor rijksklerk bij het dienstvak der registratie en domeinen.)
c. Kosten van dienstreizen en verplaatsing van ambtenaren van het
kadaster41 000, 40 000, 40 776,57s
(Iets hooger geraamd dan het voor 1909 toegestaan bedrag, in verband
met de op den dienst 1908 uitgegeven bedragen.)
Art. 41. a. Oprichting, verkrijging, huur, onderhoud, verbouwing, ver
betering en lasten van gebouwen 134000,/ 144000, 112925,62s
Tot heden is er nog geen aanvang kunnen gemaakt worden met de
stichting van een gebouw voor kantoren van de hypotheken, het kadaster
en de registratie te Arnhem, omdat de onderhandelingen welke gevoerd
werden met het bestuur van het gesticht „Insula Dei" aldaar, meer tijd
hebben gevorderd dan werd verwacht.
Die onderhandelingen thans afgeloopen zijnde, kan de aanbesteding
van dien bouw, welke ongeveer 125000 zal kosten, vrij zeker nog
in 1909 plaats hebben. Voor dien bouw is voor den dienst 1909/75000
toegestaan. Het restant ad 50000, is onder het thans geraamde bedrag
begrepen.