284
Voorts is daaronder opgenomen, als ten laste komende van de admini
stratie der registratie:
a. f 11 000 in de kosten der verbouwing van het rechtsgebouw te
Eindhoven, aangezien voor de daarin gevestigde kantoren van de hypotheken
en het kadaster meer ruimte dringend noodig is en in dat gebouw mede
het kantoor van den inspecteur der registratie zal worden gevestigd", ~ëri
b. f 10 300 enz.
Art. 41. b. Meubileeren, verwarmen, verlichten, schoonhouden en be
waken van gebouwen of lokalen en overbrenging daarheen van meubelen,
archieven, enz45 000, 50 000, f 41 223,60s.
(Het geraamde bedrag zal vermoedelijk voldoende zijn.)
c. Uitschotten voor het kadaster29 000, 25 000, 28 746,38.
(Geraamd naar de vermoedelijke behoefte en in verband met de in
1908 uitgegeven bedragen.)
d. Druk-, linieer-, en bindwerk 23 000, 20 000, 25 481,21s.
(Zie toelichting onder c
Art. 42. Subsidie aan de Rijkscommissie voor graadmeting en water
passing ten behoeve van de nieuwe secundaire driehoeksmeting, alsmede
traktementen van de bij die .commissie werkzaam gestelde landmeters
van het kadaster38 000, 40 000. 37 200.
Voorloopig Verslag.
Hoofdstuk VIIb.
Algemeene beschouwingen.
2j. Pensioenregeling voor zijdelingsche diensten. Inkoop van tijdelijke
diensten
Op de vraag, ten vorigen jare in het Voorloopig Verslag betreffende de
begrooting gesteld, hoe het staat met de regeling omtrent de vergoeding
met pensioen van in zoogenaamden zijdelingschen staatsdienst bewezen
diensten, is toen in de Memorie van Antwoord geantwoord, dat de Minister
bereid was de spoedige indiening van een wetsontwerp te bevorderen.
Op zich zelf scheen deze verklaring niet zeer bevredigend, althans niet
wanneer men bedacht, dat het jaar te voren 's Ministers ambtsvoorganger
had verklaard, dat een wetsontwerp de Kamer spoedig zou bereiken, maar
in de vergadering der Kamer van 9 December 1909 heeft de Minister
de verwachtingen weer niet weinig doen rijzen door zjjne mededeeling,
dat hij hoopte het wetsontwerp binnen eenige maanden in te dienen.
Intusschen zijn die eenige maanden weldra tot een jaar uitgedijd zonder