285
dat iets er op wijst, dat de zoolang verbeide regeling dezer aangelegenheid
is gevorderd. Voor de vele belanghebbenden is de loop dezer zaak,
waarin zoo herhaaldelijk stellige toezeggingen zijn gegeven, wier verwezen
lijking zich onverklaarbaar lang laat wachten, in hooge mate teleurstellend.
Men zou daarom gaarne vernemen, hoe het in werkelijkheid met de voor
bereiding staat. In welk stadium bevindt zij zich en is er reden te ver
wachten, dat inderdaad spoedig een wetsontwerp het Departement zal
verlaten?
De regeling van den inkoop voor pensioen van tijdelijke diensten,
waarvan niet kan worden aangetoond, dat zij krachtens aanstelling zijn
bewezen, hoopte men, dat buiten bovenbedoeld wetsontswerp zal worden
gelaten, omdat men het voor waarschijnlijk hield dat samenvoeging van
de zaak der zijdelingsche diensten met dit eveneens moeilijk onderwerp
het tot stand komen eener regeling zeer zoude bemoeilijken. Betreffende
deze tijdelijke diensten verklaarde de Minister het vorig jaar, dat getracht
zal worden een oplossing te vinden voor de moeilijkheden, waarop tot
dusverre het maken van een bevredigende regeling is afgestuit. Gevraagd
werd, hoever men in die richting is gevorderd. Enkele leden zouden
wenschen, dat, in afwachting van het tot stand komen eener regeling, ook
voor andere categoriën van ambtenaren dan de waterstaatsbeambten een
stelsel van gratificatiën werd ingevoerd, als waarvan, wat genoemde be
ambten betreft, sprake is op bladz. 6 der Memorie van Toelichting be
treffende Hoofdstuk IX der ontwerp-begrooting voor 1910.
24. Beschikkingen tot toekenning van pensioen.
Er werd door enkele leden geklaagd, dat de beschikkingen, waarbij
pensioen wordt toegekend, dikwijls zeer lang uitblijven, waardoor de be
trokkenen de gewezen ambtenaren zelf of hun weduwen en weezen
vaak in groote verlegenheid geraken. Men achtte het niet overbodig er
nog eens met klem op aan te dringen, dat bij de behandeling van pen-
sioensaanvragen steeds de meest mogelijke spoed worde betracht.
25. Uitbetaling van pensioenen.
Gewezen werd op de groote bezwaren, welke aan de tegenwoordige
wijze van uitbetaling der pensioenen verbonden zijn voor de gepension-
neerden ten plattelande, die zich daarvoor in persoon bij den betaal
meester of den Rijksontvanger moeten vervoegen, waarmede dikwijls
tijdverlies en kosten gepaard gaan. Ten einde daarin verbetering te
brengen gaven enkele leden in overweging het mogelijk te maken, dat de
uitbetaling geschiedde door middel van postwissels door de belanghebbenden
in persoon te innen.