3oo
koloniaal verslag, nederlandsch (Oost-)indië.
Hoofdstuk J, afd. V.
V. Agrarische en kadastrale opnemingen.
i. Agrarische opnemingen.
In bijlage M zijn-opgenomen-de om de vijf jaren door de residenten
op Java en Madoera te verstrekken statistische gegevens (zie Bijbl. Ind.
St. N°. 3769) betreffende den omvang van het grondbezit der inlandsche
bevolking, zoomede betreffende eenige met het grondbezit samenhangende
onderwerpen (de heeren- en cultuurdienstplichtigheid der bevolking en de
ambtsvelden der desahoofden en overige desabestuurders), een en ander
voor zooveel betreft de gouvernementsdesa's en kampongs (dus zonder de
particuliere landerijen en de residentiën Soerakarta en Djokjakarta). De
thans gedane opgaven zijn afgesloten op uit. 1907.
In het belang van de aanvulling of verbetering van de in 1907 geëin
digde agrarische opnemingen op Lombok (zie K. V. 1908, kol. 149)
werden door een 4-tal inlandsche opnemers, onder toezicht van den be
trokken bestuursambtenaar, verschillende metingen verricht. Met de op
neming van de ambtsvelden van kjais en panghoeloes werd een aanvang
gemaakt; de opneming en karteering van de petjatoeveldën van de desa-
en sawah-beambten, zoomede van de paoeman- en wakap-gronden, werd
ten einde gebracht.
De opmeting van de bouwgronden in Badoeng en Tabanan (Zuid-Bali)
zie t. a. p. kwam gereed over 122 soebaks, waarvan er 185 in
kaart gebracht zijn. De soebaks in een 3-tal districten van het laatst
genoemde landschap werden door een inlandschen opnemer geschetst.
De geheele afdeeling Zuid-Bali is in kaart gebracht op de schaal 1 50 000.
2. Kadaster.
Bij het einde van 1908 waren bij den kadastralen dienst werkzaam
36 Europeesche technische ambtenaren, benevens 1 commies, 6 klerken
en 120 mantri's. Hiervan waren aangewezen voor het hoofdbureau te
Batavia en de inspectieafdeelingen Soerabaja en Bandoeng 3 ingenieurs,
1 adjunct-landmeter, 1 commies en 5 mantri's.
In het overzicht sub III van bijlage E zijn de voornaamste verrichtingen
van het kadaster onder cijfers gebracht.
Met het opmaken van meetbrieven van perceelen ter hoofdplaats Tand-
joengpadan en binnen de districtshoofdplaatsen op Billiton (zie K. V.
1908, kol. 150) werd voortgegaan.
Voorts zijn in 1908 door het kadaster-personeel nog diensten verricht
in verband met de vaststelling van den nieuwen en van den tusschentijds