terwijl de betreffende boekhouding in het volgende jaar gereed
kwam.
Met het oog op den weinig bevredigenden uitslag der in de
laatste jaren afgenomen examens van Adjunct-landmeter 3e klasse,
werd bij Koninklijk besluit van 25 Februari 1899 n°. 42, Ind.
Stb. n°. 153, voor de aanvulling van het corps eene nieuwe regeling
getroffen, waarbij zij, die benoembaar zijn tot Indisch ambtenaar
of die geslaagd zijn voor het eerste gedeelte van het groot
ambtenaars examen, en op door den Gouverneur-Generaal te
regelen wijze werkzaam zijn geweest gedurende één jaar als tijdelijk
ambtenaar, en als zoodanig blijken hebben gegeven van geschikt
heid voor de betrekking van Adjunct-landmeter, als zoodanig
benoembaar zijn.
In het jaar 1900 werd de bijhouding van de kadastraal-
statistieke kaarten in de gewesten Cheribon, Banjoemas en Madioen
gestaakt en door het personeel een aanvang gemaakt met de
omwerking dier kaarten, ten einde die dienstbaar te maken voor
eene landrente-regeling, zooals voor de Preanger Regentschappen
is ingevoerd.
In het daarop volgende jaar werd evenzoo gehandeld in 6 van
de 7 overige gewesten, waar kaarten door de voormalige statistieke
opname waren vervaardigd.
In het jaar 1901 kwam het eigendomskadaster gereed in het
gewest Besoeki, alsmede ter hoofdplaats Djokdjakarta en werd
met de meting van de hoofdplaats Ternate een aanvang gemaakt.
In het jaar 1902 werden door het personeel in de residentie
Cheribon metingen verricht ten doel hebbende de irrigatiekaarten
van de afdeeling Indramajoe aan te vullen, om daaruit dessakaarten
ten behoeve eener landrente-regeling samen te stellen. In dit
jaar .werd tevens een aanvang gemaakt met de opmeting
van de hoofdplaats Menado en andere in dat gewest gelegen
plaatsen.
In den loop van het jaar 1902 kwam de commissie, aan wie
in November 1900 was opgedragen rapport uit te brengen, in
hoeverre het aanbeveling zou verdienen de door een aantal
diensttakken in Indië verricht wordende opmetings- en kaarteerings-
werkzaamheden te centraliseeren, met haar eindverslag gereed.
Genoemde commissie nam in begingsel aan, dat de landrente
metingen bij den topographischen dienst spoediger en voor minder
32