STAATSBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1909 EERSTE KAMER. Voorloopig Verslag. Hoofdstuk VIIB. (Financiën). VIe Afdeeling. Art. 43. Met klem werd er van verschillende zijden op aangedrongen, dat de kantoren der belastingen steeds in het midden van het stadsverkeer geplaatst werden. Men meende, dat daarop, zeer ten ongerieve der be- lastingbetaienden, minder gelet werd. Tot staving van dit beweren werd er gewezen op Arnhem, waar het plan om de kantoren voor de hypotheken, het kadaster en de registratie naar een nieuw te stichten gebouw, ver van het midden van de stad aan den Apeldoornschen weg, te vestigen, bij alle belanghebbenden grooten tegenstand heeft ondervonden. De griffiën van gerechtshof, rechtbank en kantongerecht hebben schriftelijk hare bezwaren bij den Minister van Financiën ingebracht, waarbij de orde van advocaten en procureurs en de notarissen zich hebben aangesloten. Ook het gemeentebestuur bracht bezwaren in. Meer dan één gunstige gelegenheid doet zich op het oogenblik voor tot het verkrijgen van een beter gelegen terrein. In de eerste plaats de grond van het oude, verlaten huis van bewaring, die aan den Staat in eigendom behoort, terwijl het huis moet worden afgebroken volgens over eenkomst met de gemeente. Het daartegen opgeworpen bezwaar van onvoldoend licht voor teeken kamers van het kadaster is beslist ongegrond en gezocht. Met behoorlijke straatverbreeding na het afbreken van het oude gebouw, is op dat terrein de oprichting van het gebouw voor bedoeld kantoor uitstekend uit te voeren. In de tweede plaats het hotel het Zwijnshoofd, dat te koop is, terwijl nog andere te koop aangeboden gronden beter geschikt zijn dan het terrein aan den Apeldoornschen weg. Hoofdstuk X. (Landbouw, Nijverheid en Handel). Ontginning van woeste gronden. Art. 46. De vraag werd gesteld, of het niet wenschelijk is, dat van Rijkswege voortgang gemaakt worde met beplanting der duinen, zooals

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1909 | | pagina 40