53
leden van examencommissiën een vactiegeld ten bedrage van 8.per
dag ontvangen. De Kamer voegde daaraan toe, dat zij ool< nu weder
den indruk hadden gekregen, dat door het Departement uitgaven werden
gedaan waarop eenige bezuiniging althans niet onmogelijk zou zijn geweest,
een indruk, welke ook door de mededeelingen omtrent meubileering en
verdere installatie der bureaulokalen en omtrent de belooning van leden
der commissie tot afneming van het examen voor klerk bij het Departement
niet was weggenomen.
De Minister achtte zich verplicht nogmaals met klem op te komen
tegen de opvatting, dat geene gepaste zuinigheid zou zijn betracht. De
uitgaven hadden wellicht iets lager kunnen zijn, indien minder ware gelet
op degelijkheid der aangeschafte voorwerpen, doch dan zou de zuinigheid
de wijsheid hebben bedrogen. De in sommige gevallen aan leden van
examencommissies toegekende vergoeding van f i.bleef billijk voorkomen.
Intusschen zou bij de toezending van declaratiën aan de Algemeene Reken
kamer worden rekening gehouden met de ontwikkelde bezwaren tegen de
toekenning op de wijze, waarop die thans was geschied.
Gebruik maken van vacatitiekaarten.
Op eene vraag, waarom bij het doen van zekere reizen retourbiljetten
waren gebruikt in plaats van algemeene vacantiekaarten, antwoordde de
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel dat de verplichting tot
het nemen van algemeene vacantiekaarten niet kan worden uitgestrekt
tot hen, die geen Rijksambtenaar zijn, zooals in het onderhavige geval.
Vermits nergens bepaald is voorgeschreven, dat zij in voorkomende ge
vallen van algemeene vacantiekaarten moeten gebruik maken en als zij
overigens aan de bepalingen van het reisbesluit hebben voldaan, bestaan
er geen termen minder terug te betalen-dan is uitgegeven. Daar het
Rijk er prijs op moet stellen, dat zich deskundigen belangeloos beschikbaar
stellen voor de behartiging van de belangen van den een of anderen tak
van dienst, is het bezwaarlijk hen te verplichten tot iets, dat niet uit
drukkelijk is voorgeschreven.
Hoewel de Kamer op grond dier overwegingen daarop tot de verevening
is overgegaan, meende zij toch, dat ook van hen, die geen Rijksambtenaar
zijn, mag verlangd worden dat zij, voor 's Rijks rekening reizende, zooveel
mogelijk zuinigheid betraehten en dus gebruik maken van de goedkoopste
reisgelegenheid. Zij gaf den Minister daarom in overweging, de aandacht
niet alleen van de onder zijn Departement ressorteerende ambtenaren, maar
ook van de overige voor 's Rijks dienst reizende personen te vestigen op
de wenschelijkheid van het gebruik maken van vacantiekaarten, indien de
dienst het toelaat en het gebruik goedkooper is.