54
Gebrekkige invulling van pensioens-quitantieformulieren.
Het bleek bij voortduring, dat de formulieren van quitantiën wegens
pensioen ten laste der Staatsbegrooting voor zooveel betrof het genot van
bijkomende inkomsten of belooningen, niet zoodanig werden ingevuld of
gewijzigd als voor de controle der Algemeene Rekenkamer noodig was.
Indertijd, bij de invoering van het model, had" zij nierkünnên voorziëri,
dat in de practijk tot zulke bezwaren zou aanleiding geven.
Het aantal onvolledige quitantiën was zoo groot, dat het niet doenlijk
was ze alle uit de verantwoordingen der betaalmeesters te verwerpen,
zoodat de Kamer den Minister van Financiën voorstelde het model te
wijzigen.
Het kwam Zijne Excellentie niet wenschelijk voor, thans reeds daartoe
over te gaan. Het formulier was eerst in 1906 herzien. De werking er
van had reeds ten gevolge gehad, dat de artikelen 24 en 25 der Burgerlijke
Pensioenwet beter tot hun recht kwamen dan tot dusver het geval was
geweest en moest over een ruimer tijdvak worden beoordeeld, Ook was
nog eene aanzienlijke voorraad formulieren, voldoende voor ongeveer 1 '/s jaar,
aanwezig, welke bij wijziging waardeloos zou worden. Tegen het tijdstip,
waarop die voorraad zou zijn verbruikt, zou de Minister gaarne eene her
ziening van het model in overweging nemen.
OVERZICHT OVER 1907 BETREFFENDE DE GELDELIJKE
AANGELEGENHEDEN VAN HET WEDUWEN- EN WEEZEN-
FONDS DER BURGERLIJKE (EUROPEESCHE) AMBTENAREN
IN NEDERLANDSCH-INDIË.
(Civiel weduwen- en weezenfonds.)
Ontvangsten in 1907.
Contributiën1 783 364,29s
Rente wegens inschrijvingen op het Grootboek N. W. S. - 221 940,72
ld. wegens op hypotheek uitgezette kapitalen - 77 289,68s
Inkomsten van vaste goederen- 1 482,47s
Subsidie uit 's lands kas- 400 000,
Overige ontvangsten- 555,25
2 484 632,42s