84
waarin d x' en dy' voorstellen de som der correctietermen. Men
vindt hieruit verder door deeling der leden van de eerste formule
door die van de tweede
(x' x) -\~ d x'
<IV>
en
j —x)+dx' y) dy'
sin x cos x
De waarden van en i zijn hieruit te berekenen.
Om het azimuth (3 te vinden, gaat men op geheel overeen
komstige wijze te werk.
Er komt dan:
ssin (3=(x~x')-\- (y—y)2^—x_) (X _j_dx
s cos (3(j -y) (y~yJ*2 (y~yl{j^x)2=(y- ydy
waaruit
tang(3 (*-X') d/ens={x~X:) d* (y-y') dy
{y—y) ay (3cos (3
Hier is (3 bepaald onafhankelijk van x. Is de waarde van x
reeds bepaald dan kan men (3 ook vinden uit de formule III de
vorige bladzijde. Vervangt men nl. ook in deze formule «doory' y
en v door x' x dan is
x
y) x (pc' x) y) P-
R v ^2 R2
en
3 x i i8o°.
Hiermede is het vraagstuk opgelost. Voor sommige doeleinden
kan het evenwel wenschelijk zijn:
i°. j onafhankelijk vaneen 2°. x onafhankelijk van s te bepalen.
De formules worden hieronder afgeleid.
i De waarde van s kan, onafhankelijk van a als volgt worden
opgemaakt. Verheft men de uitdrukkingen voor j sin x en s cos x
in het quadraat en telt ze daarna bij elkaar op, dan komt er: