v--+^
in plaats van m0 x en m0 y te schrijven x (i m0) x en
y i m0) y, daar dan i m0) x en i m0) y kleine correc
ties zijn, evenals de termen met x3, y3, x y2 en x2 y.
i ?»0, m° en n zijn constanten voor alle berekeningen.
12 B2 4 R2
Noemt men deze constanten respectievelijk A, B en C dan is
indien men verder voor m0 X en m0 Y schrijft X' en V',
X' x A x -f- B x3 -j- C x y2.
Y' y A y -j- B y3 C x2 y.
De waarden der constanten zijn op te maken uit de bekende
waarden van m0 en R,
logmQ 0,00004 log R 6,8050006,61.
Hieruit volgt
logB 5,31078 20 en log C 5.7879020.
Om A zoo scherp mogelijk te berekenen, gaat men als volgt
te werk. Men schrijft voor m0 1 olog m° en ontwikkelt deze uit
drukking in eene exponentieele reeks, daarbij de derde- en vol
gende machten verwaarloozende
log {log mA2
m0 10 e m° 1 r 0 4- v J'
0 1 M r 2 M2
Hieruit volgt
En dus is:
logm0 {logni0)2logm0 f logmQ\ log-)
m° M 2 M2 M
of
4 V
logm 0\ hgmy
V 2 M j ~My
M io5
en eindelijk
log{ 1 m0) log A log 4 0,00002 log M5 5,96426 1
De fout door verwaarloozing van hoogere machten van log mQ
in bovenstaande ontwikkeling gemaakt, is eerst merkbaar in den
ioen decimaal van log A.
93
1 mn