waaruit: Q P Op overeenkomstige wijze vindt men uit de vergelijking (23): Hiermede zijn de coëfficiënten C, C\ en D] bepaald en daar mede een benaderende sinuslijn. We vinden dus: Wil men een periodieke empirische krommey—f(x), met de periode p zoo goed mogelijk door een sinuslijn benaderendan is de vergelijking dier sinuslyn De hierin voorkomende integralen kunnen op de in 2 (bldz. 5455) beschreven wijze worden bepaald. De bereken-methode (met den regel van Simpson) verdient hierbij de voorkeur boven de graphische (met den planimeter), daar men voor de toepassing der laatste voor iederen coëfficiënt een diagram vervaardigen moet. Evenwel kan men in het geval van een periodieke kromme den regel van Simpson door een iets eenvoudiger en nauwkeuriger methode vervangen. Onderstellen we dat de periode p in een even aantal (2 r) deelen verdeeld is en in de deelpunten x0, x, x2r een waar neming gedaan is; zijn y0, yxde daarbij behoorende y C Ci sin j- cos P P waarin 101 2 rP J o 2 7T x 2% x

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 105