2J» ioó en volgens de formule sin a sin b j cos (a b) cos a -f- b) fP 2 i 7T X 2 k -K X I fP 2 (ik) 71 x sinsindx I cos dx Jo P P 2J0 p De tweede integraal van het tweede lid der laatste vergelijking is steeds nul; de eerste integraal is steeds nul, behalve voor i k, C P in welk geval die integraal overgaat in j dx p. Men vindt dus voor i=%= k: fP 2 i 71 x 2 k TC x sinsindx o J O P P en voor i k [p zk% x i sin2A P *F Hierdoor gaat de vergelijking (26) over in: f P 1. 1 2 kir x waaruit f> Ck f(x) sindx 2 P Ck=f\ sin 2 kp% dx- (27) J O Op overeenkomstige wijze wordt gevonden: Dk—^i f(x) cos 2 T X dx. (28) PJ 0 Benadert men eene periodieke empirische kromme met periode p door eene uit m sinuslynen opgebouwde theoretische kromme, waarvan de vergelijking luidt: n I n 2 X 1 r> 2 i-K X y C' E Ci Sin j- V Bi cos -(29) 1 Pi P dan zijn de waarden, die men volgens de methode der kleinste kwadraten voor de coëfficiënten vindt: J O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 110