I 20
coördinaten I, Hoofddriehoeksnet" zagen de eindresultaten van de metingen
voor het Nederlandsche hoofddriehoeksnet het licht in den voor de
practijk geschikten vorm van rechthoekige coördinaten in stereographische
projectie. Deze coördinaten konden als definitieve waarden worden vast
gesteld, hoewel Nederland nog niet over een eigen basismeting beschikt,
en dus de definitieve waarden voor de onderlinge afstanden der driehoeks-
punten op het aardoppervlak nog niet bekend zijn.
De voorloopige waarden voor die afstanden, zooals zij in de berekeningen
dienden, en ook met de thans beschikbare gegevens uit de rechthoekige
coördinaten berekend kunnen worden, zullen op grond eener basismeting
kleine wijzigingen ondergaan. Deze wijzigingen zullen wel beteekenis kunnen
hebben voor de internationale aardmeting, maar zij zullen zonder eenigen
noemenswaardigen invloed zijn bij de toepassing van de uitkomsten der
Rijksdriehoeksmeting in de practijk, waar echter, zoo noodig, op zeer
eenvoudige wijze ermede rekening kan gehouden worden.
Het werk werd op ruime schaal verspreid en in den boekhandel ver
verkrijgbaar gesteld.
Secundaire driehoekmeting.
De terreinwerkzaamheden voor de secundaire driehoeksmeting werden
dit jaar in aansluiting aan die van het vorig jaar wederom door 4 ploegen
voortgezet, die daartoe omstreeks 1 Mei naar het terrein vertrokken. Voor
de voortzetting van het rekenwerk bleef ook dezen zomer de ingenieur
Canters te Delft, die bij zijne werkzaamheden respectievelijk geassisteerd
werd door de ingenieurs van der Laan en von Wolzogen Kühr.
De eerste ploeg bestond uit den landmeter Bingen als chef en den
ingenieur Peteri; de tweede uit den ingenieur Bijl als chef en den inge
nieur Wouters; de derde uit den landmeter Kwisthout als chef en den
ingenieur Dieperink en de vierde uit den ingenieur de Hulster als
chef en den ingenieur Heyl.
De eerste ploeg ving hare werkzaamheden aan met eene aanvullings
meting' te Eist I ter bepaling van het punt Ooy en volbracht daarna de
metingen op de nog niet gemeten stations gelegen in het zuidelijk gedeelte
van Zuidholland, n.l. Hoek van Holland I, Maassluis III, de Lier I,
Vlaardingen I, Overschie I, Kralingen I, Rotterdam II, Delfshaven I,
Feijenoord I, Brielle I, Oostvoorne, Rockanje, Geervliet, Hellevoetsluis I,
Poortugaal, Heerjansdam, Ridderkerk, IJsselmonde II en Alblasserdam IV.
Op alle stations werden tevens de noodige centreeringsmetingen gedaan.
Bovendien hadden centreeringsmetingen plaats op de stations: Hoek van
Holland II, Vlaardingen III, Delfshaven III, Schiedam V, Goedereede,
Middelharnis I, Sommelsdijk, Oude Tonge I en Wychen I. De centreering
van dit laatste station vond plaats wegens den brand van het kasteel in