123
De berekeningen van de secundaire driehoeksmeting werden voortgezet.
De vereffening voor alle punten in Zuid-Limburg kwam in December
1909 gereed; de rechthoekige coördinaten, welke uit die vereffening voort
komen, werden verzameld in tabellen, welke onder den titel „Rechthoekige
coördinaten. II. Zuid-Limburg" ter perse werden gelegd.
In verband met in 1908 van den hoofdingenieur-directeur in de iste
directie van den Rijkswaterstaat ingekomen verzoek om over de resultaten
der Rijksdriehoeksmeting te kunnen beschikken bij de tweede herziening
van de rivierkaart, werd de vereffening van de secundaire driehoeksmeting,
binnen het daarvoor reeds vastgestelde plan, in dien zin vervolgd, dat weldra
de coördinaten bekend zullen zijn voor de driehoekspunten langs de Waal
boven Zaltbommel.
Op verzoek van den directeur der Topographische Inrichting werden
voor de punten der Rijksdriehoeksmeting, welke vallen binnen het gebied
van de bladen Denekamp en Ahaus van de topographische kaart op de
schaal 1 a 50 000, de coördinaten in het stelsel dier kaart berekend, echter
met geen hooger graad van nauwkeurigheid dan noodig is om de plaats
van deze punten in de kaarten 1 a 25 000 aan te geven. Bij de berekening
werd vooropgesteld, dat het driehoekspunt Oldenzaal der Rijksdriehoeks
metingen, waarvan bekend is, dat het identiek is met het gelijknamige
driehoekspunt van Kraijenhoff, in de topographische kaart zijn plaats on
veranderd zou behouden.
Uit de aanvragen, welke bij de Commissie inkomen, blijkt, dat men bij
verschillende takken van bestuur reeds thans gebruik wenscht te maken
van de uitkomsten der nieuwe driehoeksmeting. Hoewel de Commissie
deze belangstelling in het door haar ondernomen werk op zeer hoogen
prijs stelt, en zij gaarne de verlangde uitkomsten beschikbaar wil stellen,
is zij nog niet bij machte aan alle dergelijke aanvragen te voldoen, vooral
wanneer die geschieden op korten termijn of voor uiteen gelegen gedeelten
van het driehoeksnet tegelijkertijd. De veelomvattende berekeningen,
welke moeten worden uitgevoerd om uit de hoekmetingen de coördinaten
af te leiden, zijn daartoe nog niet ver genoeg gevorderd.
Leiden,
Delft, 1 APriI I9I°'
De Rijkscommissie voor
Graadmeting en Waterpassing,
H. G. v. d. Sande Bakhuyzen, Voorzitter.
Hk. J. Heüvelink, Secretaris.