)l (44) 138 door sommen worden vervangen) door voor het geval men niet de empirische kromme beschouwt, maar slechts met het eindig aantal waarnemingen rekening houdt. Men overtuigt zich ge makkelijk (door, wat de toepassing op een periodieke kromme aangaat, gebruik te maken van de formules (41) en (42)), dat ook dan alle herleidingen blijven doorgaan. Voor het geval van periodiciteit, waarbij s waarnemingen in een periode gedaan zijn (waarbij weer als steeds wordt aange nomen, dat de waarden van x, waarvoor een waarneming gedaan is, met gelijke bedragen opklimmen), vindt men dan voor de middelbare fout De vergelijki?ig (jó) voert weer tot precies dezelfde uitkomst als men de daarin voorkomende integraal volgens de in 4 be schreven methode berekent. Ten opzichte van de vergelijking (44) willen we nog het vol gende opmerken. M stelt hier voor de middelbare afwijking tusschen de waargenomen en de volgens de theoretische formule berekende grootheid. Dit behoeft echter niet de middelbare fout in de waarnemingen te zijn. In de eerste plaats n.l. is het niet zeker dat de theoretische formule is van zuiver theoretischen aard. Is dit het geval (is men dus zeker van de theoretische formule, terwijl alleen de daarin voorkomende constanten aan de waar nemingen ontleend worden), dan geeft de formule (44) een te kleine waarde voor de middelbare fout. Immers de constanten der theoretische formule zijn juist zoo bepaald, dat de som van de kwadraten der afwijkingen zoo klein mogelijk is. Daar die constanten zelf ook nog aan fouten onderhevig zijn, is dus de som van de kwadraten der afwijkingen (dus ook Af2) zeker grooter, dan de formule (44) aangeeft, welke formule slechts de allerkleinste waarde voor die som geeft. Om na te gaan welke wijziging men (44) moet doen ondergaan om de middelbare fout te vinden, zou men de gewichten der coëfficiënten van de theo retische formule moeten kennen, welke kwestie we eerst in een volgend opstel zullen behandelen. We vergenoegen ons daarom hier met de mededeeling, dat tengevolge van de fouten in de coëfficiënten de door (44) aangegeven waarde van Af2 moet ver- I s I 2 w m vt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 144