I5° De middelbare afwijking van de theoretische formule met slechts twee termen (o,"4gi), is slechts weinig kleiner dan de middelbare randverdeelingsfout (o,"$6o), zooals wel te verwachten was daar het juist de termen met sin 4 x en cos 4.x zijn, die in de formule den doorslag geven. De groote daling der middelbare afwijking (van 0,491 op 0,237 dus ten bedrage van 0,254) verkrijgt men eerst door de termen met sin 4 ;r en cos 4 op te nemen. De opname der termen met sin 6 x en cos 6 x doet verder de middel bare afwijking slechts met 0,010 dalen. De opname der termen met sin 8 x en cos 8 x. geeft weer een grootere daling (van 0,033) hetgeen in overeenstemming is met de grootere waarden der coëfficiënten van sin 8 x en cos 8 x in vergelijking met die van sin 6 x en cos 6 x. De termen met sin 10 en cosioa: geven een geringe daling (van 0,009), die met sin 12 x en cos 12 x weer een iets grootere (van 0,012). Wolf er ging voor de berekening der middelbare afwijking als volgt te werk. Hij berekent voor x 5, 10, enz. de waarde die de theoretische formule met 4, 6, 8 en 10 termen oplevert, bepaalt de verschillen met de waarneming, kwadrateert en telt op. Het substitueeren in de theoretische formule, dat nogal be werkelijk is, is bij toepassing van formule (44) overbodig. Is op de wijze die Wolf er volgt, M bepaald voor 4 constanten, dan moet om M te berekenen voor 6 constanten de geheele berekening opnieuw worden verricht. Bij toepassing van formule (44) is dit niet noodig, daar het grootste deel der berekening neerkomt op de bepaling van 2,\f(x)j2 en deze som onafhankelijk is van het aantal termen der theoretische formule. De hierboven ontwikkelde methode voor de bepaling der middelbare afwijking is ten opzichte van eenvoudigheid en nauw keurigheid te verkiezen boven de door Wolf er gevolgde methode. P. J. Hamelberg. Erratum. De op bladz. 102 voorkomende letter m dient overal door r te worden vervangen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1910 | | pagina 156